Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: Zuversicht

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: Zuversicht

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Zuversicht:
- krycka; stöttepelare; stävband; gren; skrev; klyka; storstag
Wiktionary:
- Zuversicht → optimism, förtröstan, tillförsikt, tillit
- Zuversicht → hopp, förhoppning, förväntan

Duits

Uitgebreide vertaling voor Zuversicht (Duits) in het Zweeds

Zuversicht:

Zuversicht [die ~] zelfstandig naamwoord

die Zuversicht (Unterstützung; Stütze; Hilfe; Entlastung; Halt; Anhaltspunkt)
krycka; stöttepelare; stävband; gren; skrev; klyka; storstag
- krycka [-en] zelfstandig naamwoord
- stöttepelare [-en] zelfstandig naamwoord
- stävband zelfstandig naamwoord
- gren zelfstandig naamwoord
- skrev [-ett] zelfstandig naamwoord
- klyka [-en] zelfstandig naamwoord
- storstag zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Zuversicht:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
gren	Anhaltspunkt; Entlastung; Halt; Hilfe; Stütze; Unterstützung; Zuversicht	Fach; Fachbereich; Gabelung; Reis; Verzweigung; Verästelung; Zweig; junger Zweig
klyka	Anhaltspunkt; Entlastung; Halt; Hilfe; Stütze; Unterstützung; Zuversicht
krycka	Anhaltspunkt; Entlastung; Halt; Hilfe; Stütze; Unterstützung; Zuversicht
skrev	Anhaltspunkt; Entlastung; Halt; Hilfe; Stütze; Unterstützung; Zuversicht	Kreuz; Kreuz Anatomie
storstag	Anhaltspunkt; Entlastung; Halt; Hilfe; Stütze; Unterstützung; Zuversicht	Kolonne
stävband	Anhaltspunkt; Entlastung; Halt; Hilfe; Stütze; Unterstützung; Zuversicht
stöttepelare	Anhaltspunkt; Entlastung; Halt; Hilfe; Stütze; Unterstützung; Zuversicht	Kolonne

Synoniemen voor "Zuversicht":

Gewissheit; Glaube; Vertrauen
Lebensbejahung; Optimismus; positives Denken; Zuversichtlichkeit; Charaktereigenschaft; Charakterzug; Eigenschaft; Einstellung; Haltung; Merkmal; Zug
Erwartung; Hoffnung; Zukunftserwartung; Zutrauen

Wiktionary: Zuversicht

Zuversicht

noun

der feste Glaube daran, dass etwas Positives geschehen wird
- Zuversicht → optimism; förtröstan; tillförsikt; tillit

Cross Translation:

From	To	Via
• Zuversicht	→ hopp; förhoppning; förväntan	↔ espoir — Le fait d’espérer. — usage Pour ce sens, ce mot est rare au pluriel ; on le dit pourtant quelquefois dans la poésie et dans le style soutenu.
• Zuversicht	→ hopp; förhoppning; förväntan	↔ espérance — action d’espérer ou résultat de cette action. Se différencie du synonyme "espoir" qui s'inscrit dans le quotidien humain, matériel par sa dimension escathologique.

Computer vertaling door derden: