Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: Residenz

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: Residenz

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Residenz:
- residensstad
Wiktionary:
- Residenz → residens, residensstad

Duits

Uitgebreide vertaling voor Residenz (Duits) in het Zweeds

Residenz:

Residenz [die ~] zelfstandig naamwoord

die Residenz
residensstad
- residensstad [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Residenz:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
residensstad	Residenz

Synoniemen voor "Residenz":

Domizil; Heim; Heimatort; Sitz; Wohnsitz; Areal; Bereich; Bezirk; Fläche; Gegend; Horizont; Ort; Platz; Raum; Rayon; Region; Sektor; Sphäre
Behausung; Bleibe; Bude; Heimstatt; Obdach; Unterkunft; Wohnstatt; Wohnstätte; Wohnung

Wiktionary: Residenz

Residenz

noun

Wohnsitz des Staatsoberhauptes, eines Fürsten, eines hohen Geistlichen, eines Diplomaten
- Residenz → residens
Hauptstadt
- Residenz → residensstad