Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Mosaik:
  2. Wiktionary:
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. mosaik:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Mosaik (Duits) in het Zweeds

Mosaik:

Mosaik [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Mosaik (Einlage; eingelegte Arbeit)
    mosaik
    • mosaik [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Mosaik:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mosaik Einlage; Mosaik; eingelegte Arbeit

Wiktionary: Mosaik

Mosaik
noun
  1. Bild an der Wand oder am Boden, bestehend aus kleinen bunten Steinchen
  2. übertragen: etwas, das aus vielen kleinen Bruchstücken zusammengesetzt wurde

Cross Translation:
FromToVia
Mosaik mosaik mosaic — artwork

Computer vertaling door derden:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor Mosaik (Zweeds) in het Duits

mosaik:

mosaik [-en] zelfstandig naamwoord

  1. mosaik
    Mosaik; die Einlage; die eingelegte Arbeit

Vertaal Matrix voor mosaik:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Einlage mosaik inlägg; insatser; investerad kapital; investering; medlemsavgift; pengainsatser; placerade pengar
Mosaik mosaik
eingelegte Arbeit mosaik

Wiktionary: mosaik

mosaik
noun
  1. Bild an der Wand oder am Boden, bestehend aus kleinen bunten Steinchen
  2. übertragen: etwas, das aus vielen kleinen Bruchstücken zusammengesetzt wurde

Cross Translation:
FromToVia
mosaik Mosaik mosaic — artwork

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van Mosaik