Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: Fäkalien

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: Fäkalien

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Fäkalien:
- skit; lort; avföringar; bajs; exkrementer
Wiktionary:
- Fäkalien → fekalier
- Fäkalien → träck, avföring

Duits

Uitgebreide vertaling voor Fäkalien (Duits) in het Zweeds

Fäkalien:

Fäkalien [die ~] zelfstandig naamwoord

die Fäkalien (Kacke; Pup; Schmutz; Kot; Kötel; Dreck; Exkremente; Ausscheidung; Mist)
skit; lort
- skit [-en] zelfstandig naamwoord
- lort [-en] zelfstandig naamwoord
die Fäkalien (Ausscheidungen; Kacke; Dreck; Exkremente; Kot)
avföringar; bajs; exkrementer; skit
- avföringar zelfstandig naamwoord
- bajs [-ett] zelfstandig naamwoord
- exkrementer zelfstandig naamwoord
- skit [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Fäkalien:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
avföringar	Ausscheidungen; Dreck; Exkremente; Fäkalien; Kacke; Kot
bajs	Ausscheidungen; Dreck; Exkremente; Fäkalien; Kacke; Kot
exkrementer	Ausscheidungen; Dreck; Exkremente; Fäkalien; Kacke; Kot
lort	Ausscheidung; Dreck; Exkremente; Fäkalien; Kacke; Kot; Kötel; Mist; Pup; Schmutz
skit	Ausscheidung; Ausscheidungen; Dreck; Exkremente; Fäkalien; Kacke; Kot; Kötel; Mist; Pup; Schmutz	Ablagerung; Bodensatz; Dung; Dünger; Giftnudel; Hefe; Jauche; Kot; Mist; Niederschlag; Scheiße; Schlacke; Schlamm
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
skit		entsetzlich; furchtbar; fürchterlich; gewaltig; grauenerregend; grausig; gräßlich; jammervoll; mörderisch; schauderhaft; scheiße; scheußlich; schrecken erregend; schrecklich; schändlich; teuflisch; tierisch; verteufelt

Wiktionary: Fäkalien

Fäkalien

noun

fachsprachlich, besonders im medizinischen Bereich: ausgeschiedener Kot und Harn von Menschen und Tieren
- Fäkalien → fekalier

Cross Translation:

From	To	Via
• Fäkalien	→ träck; avföring	↔ faeces — digested waste material discharged from the bowels
• Fäkalien	→ avföring; träck	↔ feces — digested waste material discharged from the bowels