Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Abdankung:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Abdankung (Duits) in het Zweeds

Abdankung:

Abdankung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Abdankung (Entlassung)
    entledigande; avskedande

Vertaal Matrix voor Abdankung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avskedande Abdankung; Entlassung
entledigande Abdankung; Entlassung Ausstoß; Ausstoßung; Entlassung; Kündigung

Synoniemen voor "Abdankung":

  • Trauerfeier

Wiktionary: Abdankung

Abdankung
noun
  1. der Rücktritt aus einer Funktion, einem Amt, von einem Posten

Cross Translation:
FromToVia
Abdankung abdikation; avgång abdication — the act of abdicating; the renunciation of a high office, dignity, or trust, by its holder
Abdankung avsägelse; avstående abdicationaction de renoncer à une charge importante. — note Se dit en parlant de celui qui abdiquer et de la chose abdiquer.