Overzicht
Duits naar Zweeds: Meer gegevens...
-
zusammenscharen:
-
Wiktionary:
zusammenscharen → församla, samla, dra ihop -
Synoniemen voor "zusammenscharen":
sammeln; vereinen; zusammenrotten; zusammenschließen; zusammentun
-
Wiktionary:
Duits
Uitgebreide vertaling voor zusammenscharen (Duits) in het Zweeds
zusammenscharen: (*Woord en zin splitter gebruikt)
zusammenscharen:
Synoniemen voor "zusammenscharen":
Wiktionary: zusammenscharen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• zusammenscharen | → församla; samla; dra ihop | ↔ rassembler — assembler de nouveau des personnes, des bêtes ou des choses qui disperser. |