Vital: vertaling Duits

Remove Ads

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

vital:
- kraftig; vital; kraftfullt; kraftigt; spänstigt; vitalt; livskraftig; livskraftigt; livsdugligt; livsnödvändig; livsnödvändigt
Wiktionary:
- vital → spänstig, vital

Zweeds naar Duits: Meer gegevens...

vital:
- lebenskräftig; vital
Wiktionary:
- vital → vital

Duits

Uitgebreide vertaling voor vital (Duits) in het Zweeds

vital:

vital bijvoeglijk naamwoord

vital (lebenskräftig)
kraftig; vital; kraftfullt; kraftigt; spänstigt; vitalt
- kraftig bijvoeglijk naamwoord
- vital bijvoeglijk naamwoord
- kraftfullt bijvoeglijk naamwoord
- kraftigt bijvoeglijk naamwoord
- spänstigt bijvoeglijk naamwoord
- vitalt bijvoeglijk naamwoord
vital (lebenskräftig)
livskraftig; livskraftigt; livsdugligt
- livskraftig bijvoeglijk naamwoord
- livskraftigt bijvoeglijk naamwoord
- livsdugligt bijvoeglijk naamwoord
vital (lebensnotwendig; lebenswichtig)
livsnödvändig; livsnödvändigt
- livsnödvändig bijvoeglijk naamwoord
- livsnödvändigt bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor vital:

Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
kraftfullt	lebenskräftig; vital	drastisch; durchgreifend; energisch; entschieden; entschlossen; fest; intensiv; kräftig
kraftig	lebenskräftig; vital	derb; drastisch; durchgreifend; energisch; entschieden; entschlossen; erregt; fest; feurig; forsch; gereizt; gewaltsam; grob; grobknochig; grobschlächtig; hart; heftig; hitzig; inbrünstig; intensiv; klotzig; kräftig; kräftige; massiv; robust; rüde; schlimm; schroff; schwer; stabil; stark; stramm; stämmig; ungeschliffen
kraftigt	lebenskräftig; vital	ausdrücklich; beleibt; derb; dick; drastisch; durchgreifend; eingehend; energisch; entschieden; entschlossen; erregt; fest; fett; feurig; forsch; gereizt; gewaltsam; grob; grobknochig; grobschlächtig; hart; heftig; hitzig; inbrünstig; intensiv; klotzig; korpulent; kraftvoll; kräftig; kräftig gebaut; kräftig gebaut sein; kräftige; massiv; mit einer kräftigen Auswirkung; nachdrücklich; robust; rüde; schlimm; schroff; schwer; stabil; stark; stattlich; stramm; stämmig; tatkräftig; umfangreich; ungeschliffen; voluminös; wohlbeleibt
livsdugligt	lebenskräftig; vital
livskraftig	lebenskräftig; vital	drastisch; durchgreifend; energisch; entschieden; entschlossen; fest; intensiv; kräftig
livskraftigt	lebenskräftig; vital	drastisch; durchgreifend; energisch; entschieden; entschlossen; fest; intensiv; kräftig
livsnödvändig	lebensnotwendig; lebenswichtig; vital
livsnödvändigt	lebensnotwendig; lebenswichtig; vital
spänstigt	lebenskräftig; vital	dehnbar; drastisch; durchgreifend; elastisch; energisch; entschieden; entschlossen; federnd; fest; gelenkig; gummiartig; intensiv; kräftig; spannkräftig
vital	lebenskräftig; vital
vitalt	lebenskräftig; vital	heiter; lebhaft; munter

Synoniemen voor "vital":

aktiv; lebendig; lebenskräftig; lebhaft; munter; quicklebendig; quirlig; rege; rührig; sanguin; umtriebig
gesund und munter; voller Leben

Wiktionary: vital

Cross Translation:

From	To	Via
• vital	→ spänstig; vital	↔ sassy — vigorous

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor vital (Zweeds) in het Duits

vital:

vital bijvoeglijk naamwoord

vital (kraftfullt; vitalt; spänstigt; kraftig; kraftigt)
lebenskräftig; vital
- lebenskräftig bijvoeglijk naamwoord
- vital bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor vital:

Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
lebenskräftig	kraftfullt; kraftig; kraftigt; spänstigt; vital; vitalt	livsdugligt; livskraftig; livskraftigt
vital	kraftfullt; kraftig; kraftigt; spänstigt; vital; vitalt	livsdugligt; livskraftig; livskraftigt; livsnödvändig; livsnödvändigt

Synoniemen voor "vital":

spänstig; livsviktig

Wiktionary: vital

Cross Translation:

From	To	Via
• vital	→ vital	↔ sassy — vigorous

Remove Ads

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: vital

Uitgebreide vertaling voor vital (Duits) in het Zweeds

vital:

vital bijvoeglijk naamwoord

vital (lebenskräftig)

vital (lebenskräftig)

vital (lebensnotwendig; lebenswichtig)

Vertaal Matrix voor vital:

Synoniemen voor "vital":

Wiktionary: vital

Uitgebreide vertaling voor vital (Zweeds) in het Duits

vital:

vital bijvoeglijk naamwoord

vital (kraftfullt; vitalt; spänstigt; kraftig; kraftigt)

Vertaal Matrix voor vital:

Synoniemen voor "vital":

Wiktionary: vital