Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Lenkrad:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Lenkrad (Duits) in het Zweeds

Lenkrad:

Lenkrad [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Lenkrad (Steuerrad; Steuer)
    styrhjul; ratt
    • styrhjul zelfstandig naamwoord
    • ratt [-en] zelfstandig naamwoord
  2. Lenkrad (Lenkvorrichtung; Steuer; Steuervorrichtung; )
    styranordning

Vertaal Matrix voor Lenkrad:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ratt Lenkrad; Steuer; Steuerrad Lenkzapfen; Steuerwelle
styranordning Lenkrad; Lenkung; Lenkvorrichtung; Steuer; Steuerknüppel; Steuerung; Steuervorrichtung Lenkvorrichtung
styrhjul Lenkrad; Steuer; Steuerrad Lenkräder; Schwungräder; Steuerräder

Synoniemen voor "Lenkrad":


Wiktionary: Lenkrad

Lenkrad
noun
  1. Vorrichtung zum Steuern von Fahrzeugen

Cross Translation:
FromToVia
Lenkrad ratt steering wheel — wheel-shaped control
Lenkrad ratt wheel — steering wheel and its implied control of a vehicle