Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Weizen:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Weizen (Duits) in het Zweeds

Weizen:

Weizen [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Weizen (Getreidesorte)
    typ av korn
  2. der Weizen (Buchweizen)
    bovete
    • bovete [-ett] zelfstandig naamwoord
  3. der Weizen

Vertaal Matrix voor Weizen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bovete Buchweizen; Weizen Buchweizen
typ av korn Getreidesorte; Weizen
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
vete Weizen

Synoniemen voor "Weizen":


Wiktionary: Weizen

Weizen
noun
  1. Getreideart (Triticum, speziell T. aestivum)

Cross Translation:
FromToVia
Weizen vete tarwe — graan
Weizen vete wheat — grain
Weizen vete froment — blé tendre