Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: Stürmer

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: Stürmer

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Stürmer:
- angripare; framåt; studentmössa
Wiktionary:
- Stürmer → anfallare, forward
- Stürmer → anfallare, center

Duits

Uitgebreide vertaling voor Stürmer (Duits) in het Zweeds

Stürmer:

Stürmer [der ~] zelfstandig naamwoord

der Stürmer (Angreifer; Angriffsspieler)
angripare
- angripare [-en] zelfstandig naamwoord
der Stürmer (Angriffsspieler)
framåt
- framåt zelfstandig naamwoord
der Stürmer (Studentenmütze)
studentmössa
- studentmössa [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Stürmer:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
angripare	Angreifer; Angriffsspieler; Stürmer	Angreifer; überfaller
framåt	Angriffsspieler; Stürmer
studentmössa	Studentenmütze; Stürmer
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
framåt		fort; futsch; verschwunden; voran; vorwaerts; weg; zuvor

Synoniemen voor "Stürmer":

Balltreter; Fußballer; Fußballspieler; Kicker

Wiktionary: Stürmer

Stürmer

noun

Sport: ein Offensivspieler, dessen Hauptaufgabe darin besteht, Tore zu schießen.
- Stürmer → anfallare; forward

Cross Translation:

From	To	Via
• Stürmer	→ anfallare	↔ attacker — (soccer)
• Stürmer	→ center	↔ center — basketball player who plays closest to the basket

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor Stürmer (Zweeds) in het Duits

Stürmer: ^{(*Woord en zin splitter gebruikt)}

strö: verteilen; streuen; Flugblatt; Faltblatt; aussäen; ausreiben; ausstreichen; ausstreuen; ausbaggern; dreggen
mer: mehr; öfter; frequenter
stör: Stör
Mer: Mehr