Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: Klasse

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: Klasse

Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. klasse:
  2. Klasse:
  3. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor Klasse (Duits) in het Zweeds

klasse:

klasse bijvoeglijk naamwoord

  1. klasse (tadellos; spitze; einwandfrei; makellos)
    felfritt; oskadat; helt; hel; felfri
    • felfritt bijvoeglijk naamwoord
    • oskadat bijvoeglijk naamwoord
    • helt bijvoeglijk naamwoord
    • hel bijvoeglijk naamwoord
    • felfri bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor klasse:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
felfri einwandfrei; klasse; makellos; spitze; tadellos einwandfrei; fehlerfrei; fehlerlos; fleckenlos; korrekt; lupenrein; makellos; ordentlich; perfekt; tadellos; unfehlbar
felfritt einwandfrei; klasse; makellos; spitze; tadellos einwandfrei; fehlerfrei; fehlerlos; fleckenlos; korrekt; lupenrein; makellos; ordentlich; perfekt; tadellos; unfehlbar
hel einwandfrei; klasse; makellos; spitze; tadellos fehlerfrei; ganz; ganz und gar; gesamt; gänzlich; heil; intakt; komplett; total; unbeschädigt; vollkommen; vollständig; völlig
helt einwandfrei; klasse; makellos; spitze; tadellos fehlerfrei; ganz; ganz und gar; ganze; gesamt; gänzlich; heil; intakt; komplett; total; unbeschädigt; vollkommen; vollständig; völlig; völlige
oskadat einwandfrei; klasse; makellos; spitze; tadellos fehlerfrei; ganz; ganz und gar; gesamt; gänzlich; heil; intakt; komplett; total; unbeschädigt; vollkommen; vollständig

Synoniemen voor "klasse":


Wiktionary: klasse

klasse
adjective
  1. (umgangssprachlich) sehr gut

Klasse:

Klasse [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Klasse (Schuljahr)
    skolår
    • skolår [-ett] zelfstandig naamwoord
  2. die Klasse (Klassenzimmer; Klassenlokal; Schulraum; Unterrrichtsraum; Schulzimmer)
    klass; skolklass
    • klass [-en] zelfstandig naamwoord
    • skolklass [-en] zelfstandig naamwoord
  3. die Klasse (Kategorie; Gesellschaftsschicht; Schicht; Stand)
    klass; grupp; kategori
    • klass [-en] zelfstandig naamwoord
    • grupp [-en] zelfstandig naamwoord
    • kategori [-en] zelfstandig naamwoord
  4. die Klasse (Gruppe; Gesellschaft; Gemeinde; )
    sällskap; grupp
    • sällskap [-ett] zelfstandig naamwoord
    • grupp [-en] zelfstandig naamwoord
  5. die Klasse (Gesellschaftsschicht)
    socialgrupp

Klasse [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Klasse (Gesellschaftsschicht; Stand; Rang; )
    social klass

Klasse

  1. Klasse (Objektklasse)
    klass; objektklass
  2. Klasse
    nivå
    • nivå [-en] zelfstandig naamwoord
  3. Klasse
    klass
    • klass [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Klasse:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
grupp Begleitung; Ensemble; Gemeinde; Gesellschaft; Gesellschaftsschicht; Gruppe; Horde; Kategorie; Klasse; Schar; Schicht; Schub; Stamm; Stand; Trupp Arbeitsgruppe; Band; Blaskapelle; Community; Fanfare; Gemeinde; Gruppe; Gruppe von Menschen; Gruppierung; Harmonie; Haufen; Herde; Horde; Kernmannschaft; Masse; Menge; Partei; Schar; Schwarm; Spielmannszug; Stadt; Suite; Team; Trupp; Truppe; Verteilergruppe; Verteilerliste; Volksmenge
kategori Gesellschaftsschicht; Kategorie; Klasse; Schicht; Stand Gattung; Kategorie; Sorte
klass Gesellschaftsschicht; Kategorie; Klasse; Klassenlokal; Klassenzimmer; Objektklasse; Schicht; Schulraum; Schulzimmer; Stand; Unterrrichtsraum Allüren; Ansicht; Aussehen; Erscheinung; Erscheinungsform; Gattung; Sorte; Statur
nivå Klasse Abriß; Dimensionsebene; Ebene; Entwurf; Entwürfe; Etage; Grad; Gradation; Höhe; Idee; Konzept; Kriterium; Maßstab; Niveau; Plan; Projekt; Rang; Skala; Staffel; Staffelstellung; Stellung; Stock; Stockwerk; Stufe; Vorhaben; Vorsatz
skolklass Klasse; Klassenlokal; Klassenzimmer; Schulraum; Schulzimmer; Unterrrichtsraum
skolår Klasse; Schuljahr
social klass Gesellschaftsschicht; Klasse; Position; Rang; Rangordnung; Schicht; Stand
socialgrupp Gesellschaftsschicht; Klasse
sällskap Begleitung; Ensemble; Gemeinde; Gesellschaft; Gruppe; Horde; Klasse; Schar; Schub; Stamm; Trupp Assemblee; Auseinandersetzung; Differenz; Diskussion; Einigung; Gemeinschaft; Genossenschaft; Geselligkeitsverein; Gesellschaft; Gilde; Gruppe; Handwerksgilde; Heeresbande; Klub; Kompanie; Korporation; Kreis; Meinungsverschiedenheit; Parteien; Runde; Sozietät; Soziätät; Streitgespräch; Verein; Vereinigung; Zyklus; der ganze Gemeinschaft
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
objektklass Klasse; Objektklasse

Synoniemen voor "Klasse":


Wiktionary: Klasse

Klasse
noun
  1. Qualitätsstufe im Angebot für Reisende mit der Bahn, dem Schiff oder dem Flugzeug
  2. Menge von Objekten mit gleichen oder ähnlichen Merkmalen
  3. gesellschaftliche Schicht
  4. Mathematik: ein mathematisches Konzept der Mengenlehre, allgemeiner als der Begriff der Menge
  5. kurz für Klassenzimmer: Raum, in dem eine Klasse[2] unterrichtet wird
  6. objektorientierte Programmierung: abstraktes Modell für Objekte, das als Bauplan Attribute und Methoden enthält
  7. Gruppe gleichartiger Elemente
  8. Gruppe von Schülern, die gemeinsam unterrichten werden
Cross Translation:
FromToVia
• Klasse → klass ↔ class — group, collection, category or set sharing characteristics or attributes
• Klasse → klass ↔ class — social grouping, based on job, wealth, etc.
• Klasse → klass ↔ class — division of society into classes
• Klasse → klass ↔ class — admirable behavior; elegance
• Klasse → klass ↔ class — group of students in a regularly scheduled meeting with a teacher
• Klasse → avgångsklass; årskurs ↔ class — group of students who commenced or completed their education during a particular year
• Klasse → klass ↔ class — category of seats in an airplane, train or other means of mass transportation
• Klasse → klass ↔ classe — groupe







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0719 seconde
Page rendered in 1.0 seconds