Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. weg:
  2. Weg:
  3. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor weg (Duits) in het Zweeds

weg:

weg bijvoeglijk naamwoord

  1. weg (hinaus)
    borta
    • borta bijvoeglijk naamwoord
  2. weg (verschwunden; davon)
    försvunnet; försvunnen
  3. weg (weggefahren)
    avgång
  4. weg (fort; verschwunden; futsch)
    framåt

Vertaal Matrix voor weg:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avgång Abfahrt; Abreise; Verlassen; Verschwinden
framåt Angriffsspieler; Stürmer
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avgång weg; weggefahren
borta hinaus; weg unterwegs
framåt fort; futsch; verschwunden; weg voran; vorwaerts; zuvor
försvunnen davon; verschwunden; weg durchgegangen; mit der Sonne im Norden weggeganen; verloren
försvunnet davon; verschwunden; weg verloren

Synoniemen voor "weg":


Wiktionary: weg


Cross Translation:
FromToVia
weg borta away — not here; gone

Weg:

Weg [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Weg (Straße; Bahn; Strecke; Chaussee)
    väg; gata
    • väg [-en] zelfstandig naamwoord
    • gata [-en] zelfstandig naamwoord
  2. der Weg (Leinpfad; Treidelpfad; Treidelweg; )
    lantväg

Vertaal Matrix voor Weg:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gata Bahn; Chaussee; Straße; Strecke; Weg Straße
lantväg Feldweg; Landstraße; Landweg; Leinpfad; Treidelpfad; Treidelweg; Weg
väg Bahn; Chaussee; Straße; Strecke; Weg Strecke; Teilstrecke

Synoniemen voor "Weg":


Wiktionary: Weg

Weg
noun
  1. etwas Verbindendes; Strecke
  2. einfache, oft geringer befestigen aber auch unbefestigte, als allgemeiner Weg nicht klassifizierte Verkehrslinie zum Begehen oder Befahren

Cross Translation:
FromToVia
Weg väg drive — type of public roadway
Weg väg; kurs; färdriktning path — a course taken
Weg väg road — a way for travel
Weg promenad; vandring walk — distance walked
Weg väg way — wide path
Weg gång; stråt; väg; bana cheminvoie, route pratiquer pour communiquer, pour aller d’un lieu à un autre.
Weg maner; sätt manièrefaçon dont une chose se produire.

Verwante vertalingen van weg