Overzicht
Duits naar Zweeds: Meer gegevens...
-
parlieren:
-
Wiktionary:
parlieren → tala, parlera, konversera -
Synoniemen voor "parlieren":
reden; unterhalten; klönen; plaudern; plauschen; quatschen; ratschen; schnacken
-
Wiktionary:
Duits
Uitgebreide vertaling voor parlieren (Duits) in het Zweeds
parlieren:
Synoniemen voor "parlieren":
Wiktionary: parlieren
parlieren
verb
-
veraltet: in einer Fremdsprache reden
-
sich unterhalten, Konversation führen
- parlieren → konversera