Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. zu tun haben:
  2. Wiktionary:
  3. Gebruikers suggesties voor zu tun haben:
    • te maken hebben


Duits

Uitgebreide vertaling voor zu tun haben (Duits) in het Nederlands

zu tun haben:

zu tun haben werkwoord

  1. zu tun haben
    te doen hebben
    • te doen hebben werkwoord (heb te doen, hebt te doen, had te doen, hadden te doen, te doen gehad)

Vertaal Matrix voor zu tun haben:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
te doen hebben zu tun haben

Synoniemen voor "zu tun haben":

  • müssen; tun müssen; verpflichtet sein
  • dazu gehören; in Verbindung stehen; zusammenhängen

Wiktionary: zu tun haben


Cross Translation:
FromToVia
zu tun haben te maken hebben to do with — relate or relevant to
zu tun haben van doen hebben met avoir à voir — Être en rapport avec quelque chose, avoir un rapport quelconque, concerner.

Verwante vertalingen van zu tun haben