Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. unerfahren:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor unerfahren (Duits) in het Nederlands

unerfahren:

unerfahren bijvoeglijk naamwoord

  1. unerfahren (ungeübt; unreif)
    onervaren; onbedreven; ongeoefend

Vertaal Matrix voor unerfahren:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
onbedreven unerfahren; ungeübt; unreif
onervaren unerfahren; ungeübt; unreif
ongeoefend unerfahren; ungeübt; unreif

Synoniemen voor "unerfahren":


Wiktionary: unerfahren

unerfahren
adjective
  1. ter zake nieuw

Cross Translation:
FromToVia
unerfahren groen; onrijp; onervaren callow — Immature, lacking in life experience
unerfahren onervaren; een groentje green — inexperienced
unerfahren onervaren verdant — inexperienced
unerfahren jong; onervaren young — having little experience