Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. sportlich:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor sportlich (Duits) in het Nederlands

sportlich:

sportlich bijvoeglijk naamwoord

  1. sportlich (fair)
    sportief
  2. sportlich (sportliebend)
    sportlievend

Vertaal Matrix voor sportlich:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sportief fair; sportlich
sportlievend sportlich; sportliebend

Synoniemen voor "sportlich":


Wiktionary: sportlich


Cross Translation:
FromToVia
sportlich sportief sportifqui se rapporter ou est propre au sport.