Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Zoek: schwitzen

Duitse en Nederlandse zoekresultaten voor: schwitzen

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

schwitzen:
- transpireren; zweten; doen zweten; uitzweten
Schwitzen:
- transpiraties; zweten; transpireren
Wiktionary:
- schwitzen → zweten, transpireren
- Schwitzen → zweet

Duits

Uitgebreide vertaling voor schwitzen (Duits) in het Nederlands

schwitzen:

schwitzen werkwoord (schwitze, schwitzt, schwitzte, schwitztet, geschwitzt)

schwitzen (transpirieren)
transpireren; zweten
- transpireren werkwoord (transpireer, transpireert, transpireerde, transpireerden, getranspireerd)
- zweten werkwoord (zweet, zweette, zweetten, gezweten)
schwitzen
doen zweten
- doen zweten werkwoord
schwitzen (ausschwitzen)
zweten; uitzweten
- zweten werkwoord (zweet, zweette, zweetten, gezweten)
- uitzweten werkwoord (zweet uit, zweette uit, zweetten uit, uitgezweet)

Conjugations for schwitzen:

Präsens

schwitze
schwitzt
schwitzt
schwitzen
schwitzt
schwitzen

Imperfekt

schwitzte
schwitztest
schwitzte
schwitzten
schwitztet
schwitzten

Perfekt

habe geschwitzt
hast geschwitzt
hat geschwitzt
haben geschwitzt
habt geschwitzt
haben geschwitzt

1. Konjunktiv [1]

schwitze
schwitzest
schwitze
schwitzen
schwitzet
schwitzen

2. Konjunktiv

schwitzete
schwitzetest
schwitzete
schwitzeten
schwitzetet
schwitzeten

Futur 1

werde schwitzen
wirst schwitzen
wird schwitzen
werden schwitzen
werdet schwitzen
werden schwitzen

1. Konjunktiv [2]

würde schwitzen
würdest schwitzen
würde schwitzen
würden schwitzen
würdet schwitzen
würden schwitzen

Diverses

schwitz!
schwitzt!
schwitzen Sie!
geschwitzt
schwitzend

1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor schwitzen:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
transpireren		Schwitzen; Transpirieren
zweten		Schweiß; Schwitzen; Transpiration; Transpirieren
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
doen zweten	schwitzen
transpireren	schwitzen; transpirieren
uitzweten	ausschwitzen; schwitzen
zweten	ausschwitzen; schwitzen; transpirieren

Synoniemen voor "schwitzen":

transpirieren

Wiktionary: schwitzen

Cross Translation:

From	To	Via
• schwitzen	→ zweten	↔ sweat — to emit sweat
• schwitzen	→ zweten	↔ sweat — to emit in the manner of sweat
• schwitzen	→ transpireren; zweten	↔ suer — transpirer, rendre de la sueur par les pores de la peau.
• schwitzen	→ transpireren; zweten	↔ transpirer — S’exhaler, sortir du corps par les pores.

Schwitzen:

Schwitzen [das ~] zelfstandig naamwoord

Schwitzen (Transpiration)
transpiraties
- transpiraties [znw.] zelfstandig naamwoord
Schwitzen (Transpirieren)
zweten; transpireren
- zweten [znw.] zelfstandig naamwoord
- transpireren [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Schwitzen:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
transpiraties	Schwitzen; Transpiration
transpireren	Schwitzen; Transpirieren
zweten	Schwitzen; Transpirieren	Schweiß; Transpiration
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
transpireren		schwitzen; transpirieren
zweten		ausschwitzen; schwitzen; transpirieren

Synoniemen voor "Schwitzen":

Diaphorese; Hautausdünstung; Transpiration; Körperfunktion

Wiktionary: Schwitzen

Cross Translation:

From	To	Via
• Schwitzen	→ zweet	↔ perspiration — process of perspiring