Duits
Uitgebreide vertaling voor regulieren (Duits) in het Nederlands
regulieren:
-
regulieren (regeln; organisieren; steuern; ordnen)
-
regulieren
-
regulieren (angleichen)
-
regulieren (normalisieren; standardisieren; normieren; formalisieren)
normaliseren; standaardiseren-
standaardiseren werkwoord (standaardiseer, standaardiseert, standaardiseerde, standaardiseerden, gestandaardiseerd)
-
regulieren (reglementieren; einrichten; regeln; einteilen; einordnen)
reglementeren-
reglementeren werkwoord (reglementeer, reglementeert, reglementeerde, reglementeerden, gereglementeerd)
-
-
regulieren (regeln)
regulariseren-
regulariseren werkwoord (regulariseer, regulariseert, regulariseerde, regulariseerden, geregulariseerd)
-
Conjugations for regulieren:
Präsens
- reguliere
- regulierst
- reguliert
- regulieren
- reguliert
- regulieren
Imperfekt
- regulierte
- reguliertest
- regulierte
- regulierten
- reguliertet
- regulierten
Perfekt
- habe reguliert
- hast reguliert
- hat reguliert
- haben reguliert
- habt reguliert
- haben reguliert
1. Konjunktiv [1]
- reguliere
- regulierest
- reguliere
- regulieren
- regulieret
- regulieren
2. Konjunktiv
- regulierte
- reguliertest
- regulierte
- regulierten
- reguliertet
- regulierten
Futur 1
- werde regulieren
- wirst regulieren
- wird regulieren
- werden regulieren
- werdet regulieren
- werden regulieren
1. Konjunktiv [2]
- würde regulieren
- würdest regulieren
- würde regulieren
- würden regulieren
- würdet regulieren
- würden regulieren
Diverses
- regulier!
- reguliert!
- regulieren Sie!
- reguliert
- regulierend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Vertaal Matrix voor regulieren:
Synoniemen voor "regulieren":
Wiktionary: regulieren
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• regulieren | → beheersen | ↔ govern — to control the actions of |