Duits
Uitgebreide vertaling voor pulsieren (Duits) in het Nederlands
pulsieren:
Synoniemen voor "pulsieren":
Wiktionary: pulsieren
pulsieren
Cross Translation:
verb
-
lebendig fließen, vital strömen, sich lebhaft regen
- pulsieren → bruisen
-
dem Pulsschlag entsprechend oder in regelmäßigen Abständen anschwellen und abschwellen
- pulsieren → palpiteren; pulseren; kloppen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• pulsieren | → trillen; vibreren | ↔ throb — To vibrate or pulsate with a steady rhythm |
• pulsieren | → afranselen; afrossen; doorroeren; dorsen; houwen; klappen; kloppen; meppen; omroeren; roeren; slaan | ↔ battre — frapper de coups répétés. |
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor pulsieren (Nederlands) in het Duits
pulsieren: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- pul: Flasche; Krug; Wärmflasche; Krüge; Becher; Trinkbecher
- sieren: auszeichnen
- Ier: Ire