Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
- monatlich:
-
Wiktionary:
- monatlich → maandelijks
- monatlich → maandelijks
- monatlich → maandelijks
Duits
Uitgebreide vertaling voor monatlich (Duits) in het Nederlands
monatlich:
-
monatlich (monatsweise; jedenMonat)
maandelijks-
maandelijks bijvoeglijk naamwoord
-
-
monatlich
Vertaal Matrix voor monatlich:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
maandelijks | jedenMonat; monatlich; monatsweise | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
per maand | monatlich |
Synoniemen voor "monatlich":
Wiktionary: monatlich
monatlich
Cross Translation:
adjective
monatlich
-
jeden Monat wiederkehrend, in jedem Monat
- monatlich → maandelijks
adverb
-
iedere maand een keer
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• monatlich | → maandelijks | ↔ monthly — Occurring every month |