Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
- gelegen:
-
Wiktionary:
- gelegen → gelegen, doelmatig, gemakkelijk, geschikt, gepast, passend, bruikbaar, betamelijk, toepasselijk, behoorlijk, fatsoenlijk, keurig, voegzaam, welvoeglijk
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
Duits
Uitgebreide vertaling voor gelegen (Duits) in het Nederlands
gelegen:
-
gelegen (rechtzeitig; frühzeitig; pünktlich)
Vertaal Matrix voor gelegen:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
stipt | frühzeitig; gelegen; pünktlich; rechtzeitig | akkurat; eigen; eingehend; genau; gewissenhaft; haargenau; korrekt; prezies; pünktlich; sicher; sorgfältig |
tijdig | frühzeitig; gelegen; pünktlich; rechtzeitig | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bijtijds | frühzeitig; gelegen; pünktlich; rechtzeitig | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
op tijd | frühzeitig; gelegen; pünktlich; rechtzeitig |
Synoniemen voor "gelegen":
Wiktionary: gelegen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• gelegen | → gelegen | ↔ lain — situated horizontally |
• gelegen | → doelmatig; gemakkelijk; geschikt; gepast; passend | ↔ commode — Pratique |
• gelegen | → bruikbaar; geschikt; doelmatig; gemakkelijk; gepast; passend; betamelijk; toepasselijk; behoorlijk; fatsoenlijk; keurig; voegzaam; welvoeglijk | ↔ convenable — Qui est approprier, qui convient à quelqu’un ou à quelque chose. |
• gelegen | → doelmatig; gemakkelijk; geschikt; gepast; passend | ↔ opportun — Qui est à propos, selon le temps et le lieu. |
Verwante vertalingen van gelegen
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor gelegen (Nederlands) in het Duits
gelegen:
-
gelegen (van pas)
-
gelegen (gesitueerd; liggend)
Vertaal Matrix voor gelegen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
passend | precies passend maken | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
gestellt | gelegen; gesitueerd; liggend | |
passend | gelegen; van pas | adequaat; afgepast; behoorlijke; correct; gemeten; gepast; gepaste; geschikt; geëigend; juist; juiste; keurig; netjes; passend; passende; redelijke; tamelijke; toepasbaar |
situiert | gelegen; gesitueerd; liggend | gevestigd; gezeten |
Verwante woorden van "gelegen":
gelegen vorm van liggen:
-
liggen (gelegen zijn)
Conjugations for liggen:
o.t.t.
- lig
- ligt
- ligt
- liggen
- liggen
- liggen
o.v.t.
- lag
- lag
- lag
- lagen
- lagen
- lagen
v.t.t.
- heb gelegen
- hebt gelegen
- heeft gelegen
- hebben gelegen
- hebben gelegen
- hebben gelegen
v.v.t.
- had gelegen
- had gelegen
- had gelegen
- hadden gelegen
- hadden gelegen
- hadden gelegen
o.t.t.t.
- zal liggen
- zult liggen
- zal liggen
- zullen liggen
- zullen liggen
- zullen liggen
o.v.t.t.
- zou liggen
- zou liggen
- zou liggen
- zouden liggen
- zouden liggen
- zouden liggen
en verder
- ben gelegen
- bent gelegen
- is gelegen
- zijn gelegen
- zijn gelegen
- zijn gelegen
diversen
- lig!
- ligt!
- gelegen
- liggend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor liggen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
liegen | gelegen zijn; liggen |
Antoniemen van "liggen":
Verwante definities voor "liggen":
Wiktionary: liggen
liggen
Cross Translation:
verb
liggen
-
die relationale Position zweier Objekte bezeichnend
-
eine als angenehm empfundene Position eines Objektes zu einem anderen
-
eine mehr oder weniger horizontal ausgerichtete Lage einnehmen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• liggen | → sein | ↔ be — occupy a place |
• liggen | → liegen | ↔ lie — be in horizontal position |
• liggen | → liegen | ↔ lie — be situated |
• liggen | → es gibt | ↔ there be — to exist |