Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
-
auffällig:
- bijzonder; buitengewoon; uiterst; zeer; uitermate; heel erg; extreem; buitensporig; hogelijk; excessief; ten zeerste; buitengemeen; opmerkelijk; opvallend; saillant; opmerkenswaardig; frappant; in het oog springend; treffend; in het oog lopend; bovenmatig; mateloos; tomeloos; opzichtig; protserig; schreeuwerig; opschepperig; protsend
-
Wiktionary:
- auffällig → opvallend, opzichtig, voyant
- auffällig → opvallend, afzichtelijk, opmerkenswaardig, opmerkelijk, treffend
Duits
Uitgebreide vertaling voor auffällig (Duits) in het Nederlands
auffällig:
-
auffällig (besonders; außergewöhnlich; außerordentlich; selten)
bijzonder; buitengewoon; uiterst; zeer; uitermate; heel erg; extreem; buitensporig; hogelijk; excessief; ten zeerste; buitengemeen-
bijzonder bijvoeglijk naamwoord
-
buitengewoon bijvoeglijk naamwoord
-
uiterst bijvoeglijk naamwoord
-
zeer bijvoeglijk naamwoord
-
uitermate bijwoord
-
heel erg bijvoeglijk naamwoord
-
extreem bijvoeglijk naamwoord
-
buitensporig bijvoeglijk naamwoord
-
hogelijk bijwoord
-
excessief bijvoeglijk naamwoord
-
ten zeerste bijvoeglijk naamwoord
-
buitengemeen bijvoeglijk naamwoord
-
-
auffällig (auffallend; ungewöhnlich; beachtenswert; hervorragend; unverkennbar; hervorspringend; prononciert)
opmerkelijk; opvallend; saillant; opmerkenswaardig; frappant; in het oog springend; treffend; in het oog lopend-
opmerkelijk bijvoeglijk naamwoord
-
opvallend bijvoeglijk naamwoord
-
saillant bijvoeglijk naamwoord
-
opmerkenswaardig bijvoeglijk naamwoord
-
frappant bijvoeglijk naamwoord
-
in het oog springend bijvoeglijk naamwoord
-
treffend bijvoeglijk naamwoord
-
in het oog lopend bijvoeglijk naamwoord
-
-
auffällig (außerordentlich; übermäßig; besonder; extrem; zügellos; einzigartig; hervorragend; außergewöhnlich; äußerst; ungewöhnlich; speziell; aufwendig; übertrieben; markant; bemerkenswert; auffallend; apart; augenscheinlich; maßlos; extravagant; ausschweifend; hervorspringend; über alle Maßen)
extreem; bovenmatig; uitermate; buitensporig; buitengemeen; mateloos; tomeloos-
extreem bijvoeglijk naamwoord
-
bovenmatig bijvoeglijk naamwoord
-
uitermate bijwoord
-
buitensporig bijvoeglijk naamwoord
-
buitengemeen bijvoeglijk naamwoord
-
mateloos bijvoeglijk naamwoord
-
tomeloos bijvoeglijk naamwoord
-
-
auffällig (lautstark; aufgebläht; schreierisch; laut; auffallend; lauthals; lärmend; aufgeblasen; aufschneiderisch)
opzichtig; protserig; schreeuwerig-
opzichtig bijvoeglijk naamwoord
-
protserig bijvoeglijk naamwoord
-
schreeuwerig bijvoeglijk naamwoord
-
-
auffällig (aufschneiderisch; auffallend; lautstark; hochmütig; lauthals; aufgeblasen; aufgebläht; hoffärtig)
opschepperig; protsend; schreeuwerig; protserig-
opschepperig bijvoeglijk naamwoord
-
protsend bijvoeglijk naamwoord
-
schreeuwerig bijvoeglijk naamwoord
-
protserig bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor auffällig:
Synoniemen voor "auffällig":
Wiktionary: auffällig
auffällig
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• auffällig | → opvallend | ↔ conspicuous — obvious or easy to notice |
• auffällig | → afzichtelijk | ↔ conspicuous — noticeable or attracting attention, especially if unattractive |
• auffällig | → opmerkenswaardig; opmerkelijk | ↔ noticeable — worthy of note; significant |
• auffällig | → opvallend; treffend | ↔ striking — of that which makes a strong impression |