Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Wasserkocher:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Wasserkocher (Duits) in het Nederlands

Wasserkocher:

Wasserkocher [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Wasserkocher (Kocher)
    waterkoker; de koker
    • waterkoker [znw.] zelfstandig naamwoord
    • koker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. der Wasserkocher (Kocher)
    de kokers; waterkokers

Vertaal Matrix voor Wasserkocher:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
koker Kocher; Wasserkocher Behälter; Büchse; Etui; Gehäuse; Hülse; Köcher; Mäppchen
kokers Kocher; Wasserkocher
waterkoker Kocher; Wasserkocher
waterkokers Kocher; Wasserkocher

Synoniemen voor "Wasserkocher":

  • Heißwasserkocher; Küchengerät; Küchenmobiliar

Wiktionary: Wasserkocher


Cross Translation:
FromToVia
Wasserkocher ketel; waterkoker; waterketel bouilloire — (cuisine) ustensile de cuisine en métal avec une anse et un bec ou en plastique et fonctionnant avec une résistance électrique, pour faire bouillir de l'eau.