Overzicht
Duits
Uitgebreide vertaling voor Wahrspruch (Duits) in het Nederlands
Wahrspruch: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- wahr: waar; precies; juist; uitgerekend; kloppend; waarachtig; effectief; reëel; warempel; metterdaad; echt; werkelijk; heus; gewoonweg; openlijk; ronduit; rechttoe; klinkklaar
- Spruch: gezegde; redekundig gezegde; spreuk; leus; leuze; parool; slogan; kreet; slagzin; kenspreuk; reclamezin; reclameleus; motto; devies; lijfspreuk; aforisme; zinspreuk
Wiktionary: Wahrspruch
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• Wahrspruch | → sententie; vonnis; judicium; uitspraak; spreuk; zinspreuk | ↔ sentence — apophtegme, maxime, opinion exprimée d’une manière dogmatique. |