Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
-
Schot:
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- schot:
- Wiktionary:
Duits
Uitgebreide vertaling voor Schot (Duits) in het Nederlands
Schot:
Synoniemen voor "Schot":
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor Schot (Nederlands) in het Duits
schot:
-
de schot (tussenschot; afscheiding; beschot; tussenmuur)
Vertaal Matrix voor schot:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Absonderung | afscheiding; beschot; schot; tussenmuur; tussenschot | afscheiding; afsplitsing; afzondering; isolatie; isolering |
Abtrennung | afscheiding; beschot; schot; tussenmuur; tussenschot | afscheiding; afsplitsing; afvalligheid; afzondering; desertie; hek; hekwerk; isolering; verlating |
Trennung | afscheiding; beschot; schot; tussenmuur; tussenschot | afscheiding; afsplitsing; afzondering; breken; isolering; ontwarring; scheiding; schifting; segregatie; selectie; splitsen; verbreking |
Verwante woorden van "schot":
Verwante definities voor "schot":
Wiktionary: schot
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• schot | → Schuss | ↔ shot — result of launching a projectile |
• schot | → Wurf | ↔ shot — launching of a ball or similar object toward a goal |
• schot | → Wand | ↔ paroi — maçonnerie|fr cloison de maçonnerie qui séparer une chambre ou quelque autre pièce d’un appartement d’avec une autre. |