Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Zoek: Schmerz

Duitse en Nederlandse zoekresultaten voor: Schmerz

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Schmerz:
- pijn; leed
Wiktionary:
- Schmerz → verdriet, zeer, pijn
- Schmerz → zeer
- Schmerz → pijn, smart, wee, zeer, verdriet, ergernis, bestraffing, straf, moeite, poging

Duits

Uitgebreide vertaling voor Schmerz (Duits) in het Nederlands

Schmerz:

Schmerz [der ~] zelfstandig naamwoord

der Schmerz (Pein; Leid; Kummer; Mühe)
de pijn; het leed
- pijn [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- leed [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Schmerz:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
leed	Kummer; Leid; Mühe; Pein; Schmerz	Folter; Gram; Kummer; Qual; Quälerei; Verdruß
pijn	Kummer; Leid; Mühe; Pein; Schmerz	Folter; Kummer; Qual; Quälerei

Synoniemen voor "Schmerz":

Leid; Pein; Weh; Beschwerde; Krankheitszeichen; Symptom

Wiktionary: Schmerz

Schmerz

noun

Psychologie: unangenehme Sinneswahrnehmung, die aufgrund einer seelischen Verletzung auftritt (psychischer Schmerz)
- Schmerz → verdriet; zeer; pijn
Medizin: unangenehme Sinneswahrnehmung, die aufgrund einer äußeren Verletzung auftritt (physiologischer Schmerz)
- Schmerz → zeer; pijn

Schmerz

noun

lichamelijk leed
- pijn → Schmerz
een gevoel van droefheid
- verdriet → Verdruß; Gram; Ärger; Kummer; Schmerz; Trauer

adverb

pijn
- zeer → Schmerz

Cross Translation:

From	To	Via
• Schmerz	→ pijn	↔ ache — dull pain
• Schmerz	→ smart	↔ dolor — sorrow
• Schmerz	→ pijn	↔ pain — ache or bodily suffering
• Schmerz	→ pijn; wee; zeer	↔ douleur — impression de souffrance, état pénible produire par un mal physique.
• Schmerz	→ pijn	↔ mal — (religion) Ce qui refuser par une doctrine, un dogme religieux.
• Schmerz	→ verdriet; ergernis; bestraffing; straf; moeite; poging; pijn; wee; zeer	↔ peine — punition, sanction ou châtiment infliger(e) pour une faute commettre, pour un acte jugé répréhensible ou coupable.

Verwante vertalingen van Schmerz