Duits
Uitgebreide vertaling voor Kuchenform (Duits) in het Nederlands
Kuchenform: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- Kuchen: koek; koekje; biscuit; biscuitje; kaakje; taart; gebak; cake; koeken; oud mens; gebakje; taartje; korstgebak; biskwietje; kleine kaak
- Form: vorm; conditie; omtrek; mal; sjabloon; sjablone; modelvorm; in vorm zijn; figuur; verschijning; gedaante; postuur; afgietsel; gietsel; afgieting; type; individu; silhouet; lichaamslijn; shape
Wiktionary: Kuchenform
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• Kuchenform | → bakvorm; taartvorm | ↔ tin — metal pan |