Duits
Uitgebreide vertaling voor Kopfhören (Duits) in het Nederlands
Kopfhören: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- Kopf: hoofd; bol; hoofd van een mens; hoofdeinde; hersenen; hersens; krop; opeengepakte bladeren; struik; bosje; heester; schedel; harses; hersenpan; cranium; header; berichtkop
- hören: horen; geluid waarnemen; vernemen; te horen krijgen; luisteren; beluisteren; opletten; toeluisteren; aandachtig luisteren
- Hören: horen; luisteren
Wiktionary: Kopfhören
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• Kopfhören | → koptelefoon | ↔ casque — Appareil servant à écouter un son |