Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Zoek: Kollegin

Duitse en Nederlandse zoekresultaten voor: Kollegin

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Kollegin:
- collega; vakgenoot; ambtgenoot
Wiktionary:
- Kollegin → collega, medewerkster, medewerker

Duits

Uitgebreide vertaling voor Kollegin (Duits) in het Nederlands

Kollegin:

Kollegin [die ~] zelfstandig naamwoord

die Kollegin (Amtsgenosse; Kollege; Fachgenosse; Amtsbruder; Amtsbrüder; Amtsgenossin; Amstsschwester)
de collega; de vakgenoot; de ambtgenoot
- collega [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- vakgenoot [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- ambtgenoot [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Kollegin:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
ambtgenoot	Amstsschwester; Amtsbruder; Amtsbrüder; Amtsgenosse; Amtsgenossin; Fachgenosse; Kollege; Kollegin
collega	Amstsschwester; Amtsbruder; Amtsbrüder; Amtsgenosse; Amtsgenossin; Fachgenosse; Kollege; Kollegin
vakgenoot	Amstsschwester; Amtsbruder; Amtsbrüder; Amtsgenosse; Amtsgenossin; Fachgenosse; Kollege; Kollegin

Wiktionary: Kollegin

Cross Translation:

From	To	Via
• Kollegin	→ collega	↔ colleague — fellow member of a profession
• Kollegin	→ medewerkster; collega; medewerker	↔ coworker — somebody with whom one works; a companion or workmate