Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Halbzeit:
    • Wiktionary:
      Halbzeit → rust
    • Synoniemen voor "Halbzeit":
      Durchgang


Duits

Uitgebreide vertaling voor Halbzeit (Duits) in het Nederlands

Halbzeit: (*Woord en zin splitter gebruikt)

Halbzeit:


Synoniemen voor "Halbzeit":


Wiktionary: Halbzeit

Halbzeit
noun
  1. pauze in een wedstrijd