Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Gaststättengewerbe:
  2. Wiktionary:
    • Gaststättengewerbe → horeca


Duits

Uitgebreide vertaling voor Gaststättengewerbe (Duits) in het Nederlands

Gaststättengewerbe:

Gaststättengewerbe [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Gaststättengewerbe
    de horeca; de horecasector
  2. Gaststättengewerbe
    het horecabedrijf

Vertaal Matrix voor Gaststättengewerbe:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
horeca Gaststättengewerbe
horecabedrijf Gaststättengewerbe Gaststättenbetrieb
horecasector Gaststättengewerbe

Synoniemen voor "Gaststättengewerbe":


Wiktionary: Gaststättengewerbe

Gaststättengewerbe
noun
  1. de bedrijfstak die alle eet- en drinkgelegenheden en hotels omvat