Erweiterung: vertaling Duits

Remove Ads

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Erweiterung:
- uitbreiding; expansie; groei; toename; aanvulling; vergroting; uitzetting; toevoeging; appendix; addendum; aanhangsel; supplement; bijvoegsel; toevoegsel; suppletie; uitbouw; aanbouw; uitzetten; het groter worden; wijd worden; verbreding; verwijding; expulsie; bestandsextensie; extensie; gebied
Wiktionary:
- Erweiterung → verbetering, uitbreiding

Duits

Uitgebreide vertaling voor Erweiterung (Duits) in het Nederlands

Erweiterung:

Erweiterung [die ~] zelfstandig naamwoord

die Erweiterung (Ausbreitung; Vergrößerung; Expansion; Zunahme; Erhöhung)
de uitbreiding; de expansie; de groei; de toename; de aanvulling; de vergroting; de uitzetting
- uitbreiding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- expansie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- groei [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- toename [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- aanvulling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- vergroting [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- uitzetting [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
die Erweiterung (Zusatz; Anfüllung; Ergänzung; Zufügung; Supplement; Beifügung; Nachtrag; Anhang; Appendix)
de toevoeging; de appendix; de aanvulling; het addendum; het aanhangsel; het supplement; het bijvoegsel; het toevoegsel
- toevoeging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- appendix [de ~] zelfstandig naamwoord
- aanvulling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- addendum [het ~] zelfstandig naamwoord
- aanhangsel [het ~] zelfstandig naamwoord
- supplement [het ~] zelfstandig naamwoord
- bijvoegsel [het ~] zelfstandig naamwoord
- toevoegsel [het ~] zelfstandig naamwoord
die Erweiterung (Ergänzung; Nachtrag)
de aanvulling; het supplement; de suppletie
- aanvulling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- supplement [het ~] zelfstandig naamwoord
- suppletie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
die Erweiterung (Anbau; Ausbau; Vorbau; Vergrößerung)
de uitbouw; de aanbouw
- uitbouw [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- aanbouw [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
die Erweiterung (Ausdehnung; Vergrößerung; Erhöhung)
het uitzetten; de vergroting; het groter worden; wijd worden
- uitzetten [het ~] zelfstandig naamwoord
- vergroting [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- het groter worden [znw.] zelfstandig naamwoord
- wijd worden [znw.] zelfstandig naamwoord
die Erweiterung (Verbreiterung)
de verbreding; de verwijding
- verbreding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- verwijding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
die Erweiterung (Vergrößerung; Erhöhung; Ausdehnung; Steigung; Aufmachung; Abschaffung; Zunahme; Ausweisung; Verweisung; Verbannung; Verjagung)
expulsie
- expulsie [znw.] zelfstandig naamwoord
die Erweiterung (Dateinamenerweiterung)
bestandsextensie; de extensie
- bestandsextensie
- extensie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
die Erweiterung
het gebied
- gebied [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Erweiterung:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aanbouw	Anbau; Ausbau; Erweiterung; Vergrößerung; Vorbau
aanhangsel	Anfüllung; Anhang; Appendix; Beifügung; Ergänzung; Erweiterung; Nachtrag; Supplement; Zufügung; Zusatz
aanvulling	Anfüllung; Anhang; Appendix; Ausbreitung; Beifügung; Ergänzung; Erhöhung; Erweiterung; Expansion; Nachtrag; Supplement; Vergrößerung; Zufügung; Zunahme; Zusatz	Anlage; Beilage; Ergänzung
addendum	Anfüllung; Anhang; Appendix; Beifügung; Ergänzung; Erweiterung; Nachtrag; Supplement; Zufügung; Zusatz
appendix	Anfüllung; Anhang; Appendix; Beifügung; Ergänzung; Erweiterung; Nachtrag; Supplement; Zufügung; Zusatz	Appendix; Blinddarm
bijvoegsel	Anfüllung; Anhang; Appendix; Beifügung; Ergänzung; Erweiterung; Nachtrag; Supplement; Zufügung; Zusatz	Additiv; Beifügung; Hinzufügung; Supplement; Zufügung; Zulage; Zusatz
expansie	Ausbreitung; Erhöhung; Erweiterung; Expansion; Vergrößerung; Zunahme	Ansteigen; Ansteigung; Anwachsen; Ausdehnung; Expansion; Wachstum; Zunahme; Zuwachs
expulsie	Abschaffung; Aufmachung; Ausdehnung; Ausweisung; Erhöhung; Erweiterung; Steigung; Verbannung; Vergrößerung; Verjagung; Verweisung; Zunahme
extensie	Dateinamenerweiterung; Erweiterung
gebied	Erweiterung	Baugelände; Bauland; Baustelle; Bereich; Bezirk; Ebene; Einsatz; Einsätze; Fläche; Gebiet; Gebäude; Gegend; Gelände; Grundstück; Haus; Häuser; Kavelung; Landstrich; Landstriche; Navigationsort; Ort; Parzelle; Posten; Provinz; Rechtsgebiet; Region; Zone
groei	Ausbreitung; Erhöhung; Erweiterung; Expansion; Vergrößerung; Zunahme	Ansteigen; Ansteigung; Anwachsen; Aufgehen; Ausdehnung; Blüte; Entstehen; Entwicklung; Erzeugung; Expansion; Fortpflanzung; Heranziehung; Wachstum; Wachtumsprozess; Wuchs; Zunahme; Zuwachs
het groter worden	Ausdehnung; Erhöhung; Erweiterung; Vergrößerung
supplement	Anfüllung; Anhang; Appendix; Beifügung; Ergänzung; Erweiterung; Nachtrag; Supplement; Zufügung; Zusatz
suppletie	Ergänzung; Erweiterung; Nachtrag
toename	Ausbreitung; Erhöhung; Erweiterung; Expansion; Vergrößerung; Zunahme	Ansteigen; Ansteigung; Anwachsen; Fortschritt; Wachstum; Zunahme; Zuwachs
toevoeging	Anfüllung; Anhang; Appendix; Beifügung; Ergänzung; Erweiterung; Nachtrag; Supplement; Zufügung; Zusatz	Additiv; Beifügung; Beiordnung; Hinzufügung; Supplement; Zufügung; Zulage; Zusatz
toevoegsel	Anfüllung; Anhang; Appendix; Beifügung; Ergänzung; Erweiterung; Nachtrag; Supplement; Zufügung; Zusatz	Beiordnung
uitbouw	Anbau; Ausbau; Erweiterung; Vergrößerung; Vorbau	Biegung; Bogen; Rundung; Wölbung
uitbreiding	Ausbreitung; Erhöhung; Erweiterung; Expansion; Vergrößerung; Zunahme	Ansteigen; Ansteigung; Anwachsen; Ausdehnung; Beiordnung; Expansion; Wachstum; Zunahme; Zuwachs
uitzetten	Ausdehnung; Erhöhung; Erweiterung; Vergrößerung	Deportation; Deportierung; Verschleppung
uitzetting	Ausbreitung; Erhöhung; Erweiterung; Expansion; Vergrößerung; Zunahme
verbreding	Erweiterung; Verbreiterung
vergroting	Ausbreitung; Ausdehnung; Erhöhung; Erweiterung; Expansion; Vergrößerung; Zunahme	Vergrößerung
verwijding	Erweiterung; Verbreiterung
wijd worden	Ausdehnung; Erhöhung; Erweiterung; Vergrößerung
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
uitzetten		abgrenzen; absetzen; abstecken; abstellen; abzeichnen; ausmachen; ausschalten; ausstossen; ausweisen; deportieren; festlegen; trassieren; verbannen; zwangsverschicken
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bestandsextensie	Dateinamenerweiterung; Erweiterung
toename		Lagerzugang; Zugang

Synoniemen voor "Erweiterung":

Ausbau; Ausdehnung; Entfaltung; Zusatz
Dilatation

Wiktionary: Erweiterung

Cross Translation:

From	To	Via
• Erweiterung	→ verbetering	↔ enhancement — an improvement
• Erweiterung	→ uitbreiding	↔ extension — act of extending or the state of being extended

Remove Ads

Duitse en Nederlandse zoekresultaten voor: Erweiterung

Uitgebreide vertaling voor Erweiterung (Duits) in het Nederlands

Erweiterung:

Erweiterung [die ~] zelfstandig naamwoord

die Erweiterung (Ausbreitung; Vergrößerung; Expansion; Zunahme; Erhöhung)

die Erweiterung (Zusatz; Anfüllung; Ergänzung; Zufügung; Supplement; Beifügung; Nachtrag; Anhang; Appendix)

die Erweiterung (Ergänzung; Nachtrag)

die Erweiterung (Anbau; Ausbau; Vorbau; Vergrößerung)

die Erweiterung (Ausdehnung; Vergrößerung; Erhöhung)

die Erweiterung (Verbreiterung)

die Erweiterung (Vergrößerung; Erhöhung; Ausdehnung; Steigung; Aufmachung; Abschaffung; Zunahme; Ausweisung; Verweisung; Verbannung; Verjagung)

die Erweiterung (Dateinamenerweiterung)

die Erweiterung

Vertaal Matrix voor Erweiterung:

Synoniemen voor "Erweiterung":

Wiktionary: Erweiterung