Duits

Uitgebreide vertaling voor zwanglos (Duits) in het Nederlands

zwanglos:

zwanglos bijvoeglijk naamwoord

  1. zwanglos (freiwillig; spontan; ungekünstelt; )
    vrijwillig; spontaan; uit vrije wil; onverplicht
  2. zwanglos (mühelos; ungezwungen; einfach; )
    moeiteloos; zonder moeite; in een handomdraai; vanzelf

Vertaal Matrix voor zwanglos:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
moeiteloos anspruchslos; einfach; einfältig; formlos; gefügig; gelinde; gemächlich; gewöhnlich; glatt; harmlos; imHandumdrehen; kindisch; leicht; licht; mühelos; sanft; schlicht; simpel; ungekünstelt; ungezwungen; zwanglos
onverplicht frei; freiwillig; natürlich; spontan; uneigennützig; ungekünstelt; ungezwungen; zwanglos
spontaan frei; freiwillig; natürlich; spontan; uneigennützig; ungekünstelt; ungezwungen; zwanglos
vrijwillig frei; freiwillig; natürlich; spontan; uneigennützig; ungekünstelt; ungezwungen; zwanglos
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vanzelf anspruchslos; einfach; einfältig; formlos; gefügig; gelinde; gemächlich; gewöhnlich; glatt; harmlos; imHandumdrehen; kindisch; leicht; licht; mühelos; sanft; schlicht; simpel; ungekünstelt; ungezwungen; zwanglos selbständig
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
in een handomdraai anspruchslos; einfach; einfältig; formlos; gefügig; gelinde; gemächlich; gewöhnlich; glatt; harmlos; imHandumdrehen; kindisch; leicht; licht; mühelos; sanft; schlicht; simpel; ungekünstelt; ungezwungen; zwanglos
uit vrije wil frei; freiwillig; natürlich; spontan; uneigennützig; ungekünstelt; ungezwungen; zwanglos
zonder moeite anspruchslos; einfach; einfältig; formlos; gefügig; gelinde; gemächlich; gewöhnlich; glatt; harmlos; imHandumdrehen; kindisch; leicht; licht; mühelos; sanft; schlicht; simpel; ungekünstelt; ungezwungen; zwanglos

Synoniemen voor "zwanglos":