Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
- zusammenstellen:
-
Wiktionary:
- zusammenstellen → samenstellen
- zusammenstellen → compileren, samenstellen, composeren
Duits
Uitgebreide vertaling voor zusammenstellen (Duits) in het Nederlands
zusammenstellen:
zusammenstellen werkwoord (stelle zusammen, stellst zusammen, stellt zusammen, stellte zusammen, stelltet zusammen, zusammengestellt)
-
zusammenstellen
samenplaatsen; naast elkaar plaatsen; bijeen plaatsen-
samenplaatsen werkwoord
-
naast elkaar plaatsen werkwoord (plaats naast elkaar, plaatst naast elkaar, plaatste naast elkaar, plaatsten naast elkaar, naast elkaar geplaatst)
-
bijeen plaatsen werkwoord
-
-
zusammenstellen
Conjugations for zusammenstellen:
Präsens
- stelle zusammen
- stellst zusammen
- stellt zusammen
- stellen zusammen
- stellt zusammen
- stellen zusammen
Imperfekt
- stellte zusammen
- stelltest zusammen
- stellte zusammen
- stellten zusammen
- stelltet zusammen
- stellten zusammen
Perfekt
- habe zusammengestellt
- hast zusammengestellt
- hat zusammengestellt
- haben zusammengestellt
- habt zusammengestellt
- haben zusammengestellt
1. Konjunktiv [1]
- stelle zusammen
- stellest zusammen
- stelle zusammen
- stellen zusammen
- stellet zusammen
- stellen zusammen
2. Konjunktiv
- stellte zusammen
- stelltest zusammen
- stellte zusammen
- stellten zusammen
- stelltet zusammen
- stellten zusammen
Futur 1
- werde zusammenstellen
- wirst zusammenstellen
- wird zusammenstellen
- werden zusammenstellen
- werdet zusammenstellen
- werden zusammenstellen
1. Konjunktiv [2]
- würde zusammenstellen
- würdest zusammenstellen
- würde zusammenstellen
- würden zusammenstellen
- würdet zusammenstellen
- würden zusammenstellen
Diverses
- stell zusammen!
- stellt zusammen!
- stellen Sie zusammen!
- zusammengestellt
- zusammenstellend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Vertaal Matrix voor zusammenstellen:
| Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| bijeen plaatsen | zusammenstellen | |
| bundelen | zusammenstellen | Einzelvorgänge bündeln; bündeln |
| naast elkaar plaatsen | zusammenstellen | |
| samenplaatsen | zusammenstellen |
Synoniemen voor "zusammenstellen":
Wiktionary: zusammenstellen
zusammenstellen
Cross Translation:
verb
-
meerdere uitgekozen zaken tot een geheel maken
Cross Translation:
| From | To | Via |
|---|---|---|
| • zusammenstellen | → compileren; samenstellen | ↔ compilate — assemble from a collection |
| • zusammenstellen | → samenstellen | ↔ compile — assemble from a collection |
| • zusammenstellen | → samenstellen | ↔ compose — to make something by merging parts |
| • zusammenstellen | → composeren | ↔ compose — to arrange the elements of a picture |
Computer vertaling door derden: