Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
- zusammenhängend:
-
Wiktionary:
- zusammenhängend → samenhangend
- zusammenhängend → coherent, samenhangend
Duits
Uitgebreide vertaling voor zusammenhängend (Duits) in het Nederlands
zusammenhängend:
-
zusammenhängend (kohärent)
-
zusammenhängend (eine Einheit formend; verbunden; angeschlossen; aneinandergereiht)
samenhangend; verbonden; verenigd; een eenheid vormend; aaneengesloten-
samenhangend bijvoeglijk naamwoord
-
verbonden bijvoeglijk naamwoord
-
verenigd bijvoeglijk naamwoord
-
een eenheid vormend bijvoeglijk naamwoord
-
aaneengesloten bijvoeglijk naamwoord
-
-
zusammenhängend (einträchtig; einstimmig; gemeinsam; einmütig; angeschlossen; gleichgestimmt; geschlossen; einig; verträglich; gemeinschaftlich; einhellig; solidarisch; gleichförmig)
eensgezind; eendrachtig; harmonieus; saamhorig-
eensgezind bijvoeglijk naamwoord
-
eendrachtig bijvoeglijk naamwoord
-
harmonieus bijvoeglijk naamwoord
-
saamhorig bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor zusammenhängend:
Synoniemen voor "zusammenhängend":
Wiktionary: zusammenhängend
zusammenhängend
Cross Translation:
adjective
-
miteinander verbunden, in Beziehung zueinander
- zusammenhängend → samenhangend
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• zusammenhängend | → coherent; samenhangend | ↔ coherent — sticking together |
• zusammenhängend | → samenhangend | ↔ contiguous — connecting without a break |