Duits
Uitgebreide vertaling voor zitieren (Duits) in het Nederlands
zitieren:
-
zitieren (herbefehlen)
Conjugations for zitieren:
Präsens
- zitiere
- zitierst
- zitiert
- zitieren
- zitiert
- zitieren
Imperfekt
- zitierte
- zitiertest
- zitierte
- zitierten
- zitiertet
- zitierten
Perfekt
- habe zitiert
- hast zitiert
- hat zitiert
- haben zitiert
- habt zitiert
- haben zitiert
1. Konjunktiv [1]
- zitiere
- zitierest
- zitiere
- zitieren
- zitieret
- zitieren
2. Konjunktiv
- zitierte
- zitiertest
- zitierte
- zitierten
- zitiertet
- zitierten
Futur 1
- werde zitieren
- wirst zitieren
- wird zitieren
- werden zitieren
- werdet zitieren
- werden zitieren
1. Konjunktiv [2]
- würde zitieren
- würdest zitieren
- würde zitieren
- würden zitieren
- würdet zitieren
- würden zitieren
Diverses
- zitier!
- zitiert!
- zitieren Sie!
- zitiert
- zitierend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Vertaal Matrix voor zitieren:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
aanhalen | Kitzel; Liebkosung; Reiz; Streicheleinheit; Streicheln; Umarmung | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
aanhalen | herbefehlen; zitieren | verschärfen |
citeren | herbefehlen; zitieren |
Synoniemen voor "zitieren":
Wiktionary: zitieren
zitieren
Cross Translation:
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• zitieren | → aanhalen; citeren | ↔ quote — to refer to a statement that has been made by someone else |
• zitieren | → toewijzen; voor het gerecht dagen | ↔ adjuger — procédure|fr déclarer par autorité de justice qu’une personne devenir propriétaire d’un bien meuble ou immeuble mis à l’enchère. |
• zitieren | → toewijzen; voor het gerecht dagen | ↔ allouer — accorder quelque chose à quelqu'un. |
• zitieren | → toewijzen; voor het gerecht dagen | ↔ assigner — déterminer, faire connaître. |
• zitieren | → citeren; noemen | ↔ citer — juri|fr assigner à comparaître devant une juridiction civile ou religieux. |