Duits
Uitgebreide vertaling voor ziemlich (Duits) in het Nederlands
ziemlich:
-
ziemlich (ganz; verhältnismäßig; relativ; beträchtlich; anständig; angemessen; natürlich; erheblich)
behoorlijk; tamelijk; nogal; redelijk-
behoorlijk bijvoeglijk naamwoord
-
tamelijk bijvoeglijk naamwoord
-
nogal bijwoord
-
redelijk bijvoeglijk naamwoord
-
-
ziemlich (bedeutend; sichtbar; riesig; beträchtlich; erheblich; beachtenswert; ansehnlich; bemerkenswert; schwer; hervorspringend)
behoorlijk; aanzienlijk; enorm; beduidend; aanmerkelijk; fors; flink-
behoorlijk bijvoeglijk naamwoord
-
aanzienlijk bijvoeglijk naamwoord
-
enorm bijvoeglijk naamwoord
-
beduidend bijvoeglijk naamwoord
-
aanmerkelijk bijvoeglijk naamwoord
-
fors bijvoeglijk naamwoord
-
flink bijvoeglijk naamwoord
-
-
ziemlich (passend)
behoorlijke; redelijke; tamelijke-
behoorlijke bijvoeglijk naamwoord
-
redelijke bijvoeglijk naamwoord
-
tamelijke bijvoeglijk naamwoord
-
-
ziemlich (relativ; verhältnismäßig; vergleichend)
-
ziemlich (ziemlich viel; sehr viel)
vrij veel; nogal wat; tamelijk veel; vrij wat-
vrij veel bijvoeglijk naamwoord
-
nogal wat bijvoeglijk naamwoord
-
tamelijk veel bijvoeglijk naamwoord
-
vrij wat bijvoeglijk naamwoord
-
-
ziemlich (gehörig; erheblich; beträchtlich)
-
ziemlich (ansehnlich; bedeutend; erheblich; beträchtlich; wichtig)
indrukwekkend; eerbiedwekkend-
indrukwekkend bijvoeglijk naamwoord
-
eerbiedwekkend bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor ziemlich:
Synoniemen voor "ziemlich":
Computer vertaling door derden: