Duits
Uitgebreide vertaling voor zähflüssig (Duits) in het Nederlands
zähflüssig:
-
zähflüssig (dickflüssig; seimig; sirupartig)
viskeus; stroperig; stroopachtig; taai-vloeibaar-
viskeus bijvoeglijk naamwoord
-
stroperig bijvoeglijk naamwoord
-
stroopachtig bijvoeglijk naamwoord
-
taai-vloeibaar bijvoeglijk naamwoord
-
-
zähflüssig
dikvloeibaar-
dikvloeibaar bijvoeglijk naamwoord
-
-
zähflüssig (dickflüssig)
dik vloeibaar-
dik vloeibaar bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor zähflüssig:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
stroopachtig | dickflüssig; seimig; sirupartig; zähflüssig | |
stroperig | dickflüssig; seimig; sirupartig; zähflüssig | schleimerisch; schleimig; schmeichlerisch |
viskeus | dickflüssig; seimig; sirupartig; zähflüssig | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
dik vloeibaar | dickflüssig; zähflüssig | |
dikvloeibaar | zähflüssig | |
taai-vloeibaar | dickflüssig; seimig; sirupartig; zähflüssig |
Synoniemen voor "zähflüssig":
Wiktionary: zähflüssig
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• zähflüssig | → visceus; kleverig; zacht | ↔ gooey — soft, sticky and viscous |
• zähflüssig | → viskeus | ↔ viscous — having a thick, sticky consistency |
• zähflüssig | → dik; lijvig | ↔ gros — Qui a beaucoup de circonférence ou de volume. |