Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Vertaal wittern

Vertaal wittern van Duits naar Nederlands

Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. wittern:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor wittern (Duits) in het Nederlands

wittern:

wittern werkwoord (wittere, witterst, wittert, witterte, wittertet, gewittert)

  1. wittern (nachforschen; spüren; schnüffeln; )
    rechercheren; snuffelen; speuren; naspeuring doen
    • rechercheren werkwoord (rechercheer, rechercheert, rechercheerde, rechercheerden, gerechercheerd)
    • snuffelen werkwoord (snuffel, snuffelt, snuffelde, snuffelden, gesnuffeld)
    • speuren werkwoord (speur, speurt, speurde, speurden, gespeurd)
    • naspeuring doen werkwoord

Conjugations for wittern:

Präsens
  1. wittere
  2. witterst
  3. wittert
  4. witteren
  5. wittert
  6. witteren
Imperfekt
  1. witterte
  2. wittertest
  3. witterte
  4. witterten
  5. wittertet
  6. witterten
Perfekt
  1. habe gewittert
  2. hast gewittert
  3. hat gewittert
  4. haben gewittert
  5. habt gewittert
  6. haben gewittert
1. Konjunktiv [1]
  1. wittere
  2. witterest
  3. wittere
  4. witteren
  5. witteret
  6. witteren
2. Konjunktiv
  1. witterte
  2. wittertest
  3. witterte
  4. witterten
  5. wittertet
  6. witterten
Futur 1
  1. werde wittern
  2. wirst wittern
  3. wird wittern
  4. werden wittern
  5. werdet wittern
  6. werden wittern
1. Konjunktiv [2]
  1. würde wittern
  2. würdest wittern
  3. würde wittern
  4. würden wittern
  5. würdet wittern
  6. würden wittern
Diverses
  1. witter!
  2. wittert!
  3. witteren Sie!
  5. gewittert
  6. witternd
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor wittern:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
naspeuring doen beschnuppern; beschnüffeln; durch die Nase einziehen; fahnden; grasen; nachforschen; schnüffeln; sichern; spähen; spüren; suchen; wittern
rechercheren beschnuppern; beschnüffeln; durch die Nase einziehen; fahnden; grasen; nachforschen; schnüffeln; sichern; spähen; spüren; suchen; wittern
snuffelen beschnuppern; beschnüffeln; durch die Nase einziehen; fahnden; grasen; nachforschen; schnüffeln; sichern; spähen; spüren; suchen; wittern durchsuchen; grabbeln; grapschen; grapsen; herumkramen; herumschnüffeln; kramen; rummeln; schachern; schnüffeln; spionieren; stöbern; wühlen
speuren beschnuppern; beschnüffeln; durch die Nase einziehen; fahnden; grasen; nachforschen; schnüffeln; sichern; spähen; spüren; suchen; wittern ausforschen; befragen; erforschen; erfragen; ergründen; erkunden; erproben; fahnden; forschen; herumkramen; nachforschen; nachgehen; nachspüren; prüfen; schnüffeln; spionieren; spüren; stöbern; suchen; untersuchen; überprüfen

Synoniemen voor "wittern":


Wiktionary: wittern

wittern
verb
  1. met aanzienlijke moeite waarnemen
Cross Translation:
FromToVia
• wittern → ruiken ↔ scent — to detect the scent of
• wittern → ruiken ↔ flairer — chercher à découvrir par l’odeur, en parlant du chien et de certains animaux.
• wittern → voelen; gewaarworden; aanvoelen; gevoelen; tasten; betasten; bevoelen; geuren; rieken; ruiken ↔ sentir — Traductions à trier suivant le sens







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0349 seconde
Page rendered in 1.0 seconds