Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Vertaal wirst

Vertaal wirst van Duits naar Nederlands

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

werden:
- worden; zullen; oprijzen; rijzen
Wiktionary:
- werden → worden, zullen, gaan, vrijuit gaan, mooi, raken, geboren
- werden → raken, worden, zullen

Duits

Uitgebreide vertaling voor wirst (Duits) in het Nederlands

werden:

werden werkwoord (werde, wirst, wird, wurde, wurdet, geworden)

werden
worden
- worden werkwoord (word, wordt, werd, werden, geworden)
werden
zullen
- zullen werkwoord (zal, zult, zou, zouden)
werden (anschwellen; entstehen; steigen; entkeimen; gelangen; sicherheben; wachsen; eintreten; schwellen; aufgehen; entspringen; erstehen)
oprijzen; rijzen
- oprijzen werkwoord (rijs op, rijst op, rees op, rezen op, opgerezen)
- rijzen werkwoord (rijs, rijst, rees, rezen, gerezen)

Conjugations for werden:

Präsens

werde
wirst
wird
werden
werdet
werden

Imperfekt

wurde
wurdest
wurde
wurden
wurdet
wurden

Perfekt

bin geworden
bist geworden
ist geworden
sind geworden
seid geworden
sind geworden

1. Konjunktiv [1]

werde
werdest
werde
werden
werdet
werden

2. Konjunktiv

würde
würdest
würde
würden
würdet
würden

Futur 1

werde werden
wirst werden
wird werden
werden werden
werdet werden
werden werden

1. Konjunktiv [2]

würde werden
würdest werden
würde werden
würden werden
würdet werden
würden werden

Diverses

werde!
werdet!
werden Sie!
geworden
werdend

1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor werden:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
oprijzen	anschwellen; aufgehen; eintreten; entkeimen; entspringen; entstehen; erstehen; gelangen; schwellen; sicherheben; steigen; wachsen; werden	ansteigen; aufragen; aufsteigen; emporkommen; emporragen; emporsteigen; ersteigen; heraufkommen; heraufsteigen; hochsteigen; schwellen; steigen
rijzen	anschwellen; aufgehen; eintreten; entkeimen; entspringen; entstehen; erstehen; gelangen; schwellen; sicherheben; steigen; wachsen; werden	anschwellen; ansteigen; anwachsen; aufgehen; aufragen; aufstehen; aufsteigen; emporkommen; emporragen; emporsteigen; ersteigen; gehen; heraufkommen; heraufsteigen; hochsteigen; schwellen; sicher heben; steigen; treiben; zunehmen
worden	werden
zullen	werden

Wiktionary: werden

werden

entstehen
- werden → worden; zullen; gaan
sich (unwillkürlich) entwickeln zu (besonders Partizipien und substantivierter Infinitiv)
- werden → worden; zullen; gaan
zu etwas gemacht werden
- werden → worden; zullen; gaan
geschehen
- werden → worden; zullen; gaan

werden

verb

maakt een ergatieve constructie met een bijvoeglijk naamwoord of voltooid deelwoord
- raken → werden
vormt de lijdende vorm
- worden → werden
gaan zijn, zich ontwikkelen tot
- worden → entstehen; werden
(hulpwerkwoord): hulpwerkwoord van de (toekomende tijd)
- zullen → werden

Cross Translation:

From	To	Via
• werden	→ worden	↔ be — used to form the passive voice
• werden	→ worden	↔ become — to begin to be
• werden	→ worden	↔ get — become
• werden	→ worden	↔ turn — become
• werden	→ vrijuit gaan	↔ walk — law: colloquial: to go free
• werden	→ zullen	↔ will — indicating future action
• werden	→ mooi; worden	↔ abeausir — (vieilli) Se mettre au beau.
• werden	→ raken; worden	↔ devenir — commencer à être ce qu’on n’était pas ; passer d’une situation, d’un état à un autre.
• werden	→ geboren; worden	↔ naître — commencer à vivre ; venir au monde.