Duits
Uitgebreide vertaling voor widersetzlich (Duits) in het Nederlands
widersetzlich:
-
widersetzlich (eigensinnig; starrköpfig; eigenwillig; trotzig; schwierig; widerspenstig; dickköpfig; starr; widerborstig; starrsinnig; ungebärdig; schwerhandhabbar; widerwillig; aufsässig; störrisch; unwillig)
eigenzinnig; hardhoofdig; eigenwijs-
eigenzinnig bijvoeglijk naamwoord
-
hardhoofdig bijvoeglijk naamwoord
-
eigenwijs bijvoeglijk naamwoord
-
-
widersetzlich (widerspenstig; steuerlos; störrisch; unhandlich; widerborstig; starrsinnig; unlenkbar; unregierbar)
-
widersetzlich (starrköpfig; trotzig; aufsässig; schwer handhabbar; unregierbar; widerspenstig; störrisch; widerborstig; starrsinnig; unhandlich; ungebärdig; unlenkbar)
recalcitrant; weerbarstig; koppig; stijfhoofdig-
recalcitrant bijvoeglijk naamwoord
-
weerbarstig bijvoeglijk naamwoord
-
koppig bijvoeglijk naamwoord
-
stijfhoofdig bijvoeglijk naamwoord
-
-
widersetzlich (unregierbar; steuerlos; unlenkbar; trotzig; widerspenstig; störrisch; widerborstig; starrsinnig; unhandlich; ungebärdig; schwerhandhabbar)
onbestuurbaar-
onbestuurbaar bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor widersetzlich:
Synoniemen voor "widersetzlich":
Computer vertaling door derden: