Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
- weigern:
-
Wiktionary:
- weigern → weigeren
- weigern → afslaan, afwijzen, verwerpen, weigeren, wraken, nee zeggen tegen, afkeuren, terugwijzen, vertikken, braken, kotsen, overgeven, spugen, retourneren, terugbezorgen, terugsturen, heruitzenden, terugdringen, verdringen, weren, ontzenuwen, weerleggen, vergooien, weggooien, wegwerpen
Duits
Uitgebreide vertaling voor weigern (Duits) in het Nederlands
weigern:
-
weigern (ablehnen)
-
weigern (streiken; unterbrechen)
Vertaal Matrix voor weigern:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
declineren | Beugung; Deklinierung; Flexion | |
staken | Aufhören; Ausscheiden; Streik | |
weigeren | Abschlagen; Abweisen; Zurückweisen | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
declineren | ablehnen; weigern | abbauen; abschwächen; abwandeln; abändern; beugen; deklinieren; fallen; fortnehmen; geringer werden; herabmindern; herabsetzen; konjugieren; kürzen; mindern; nachlassen; reduzieren; schlechter werden; schmälern; schrumpfen; schwinden; schwächen; setzen; sinken; sparen; verbeugen; verknappen; vermindern; verringern; versiegen; wegnehmen; weniger werden; zurückgehen; zusammengehen |
in staking gaan | streiken; unterbrechen; weigern | |
staken | streiken; unterbrechen; weigern | aufhören; ausscheiden; einstellen; etwas aufgeben; indenAusstandtreten; streiken; unterbrechen; verzichten; zurücktreten |
vertikken | ablehnen; weigern | |
weigeren | ablehnen; weigern | ablehnen; abstoßen; abweisen; zurückweisen |
Wiktionary: weigern
weigern
Cross Translation:
verb
weigern
-
(reflexives Verb) ablehnen, etwas zu tun
- weigern → weigeren
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• weigern | → afslaan; afwijzen; verwerpen; weigeren; wraken; nee zeggen tegen; afkeuren; terugwijzen; vertikken | ↔ refuser — rejeter une demande, ne pas accorder ce qui demander ; ne pas vouloir faire ce qui est exiger, prescrire, ordonné. |
• weigern | → braken; kotsen; overgeven; spugen; afkeuren; afwijzen; terugwijzen; vertikken; weigeren; retourneren; terugbezorgen; terugsturen; heruitzenden; terugdringen; verdringen; weren; ontzenuwen; weerleggen; afslaan; verwerpen; wraken; nee zeggen tegen; vergooien; weggooien; wegwerpen | ↔ rejeter — Traductions à trier suivant le sens |