Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. weg:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor weg (Duits) in het Nederlands

weg:

weg bijvoeglijk naamwoord

  1. weg (hinaus)
    weg; ertussenuit; er op uit
  2. weg (verschwunden; davon)
    foetsie; verdwenen
    weg
    – wat je niet meer kunt vinden 1
    • weg bijwoord
      • ik heb overal gezocht maar mijn pen is weg1
  3. weg
    ervandoor; ervantussen
  4. weg (weggefahren)
    vertrokken
  5. weg (fort; verschwunden; futsch)
    voort

Vertaal Matrix voor weg:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
weg Bahn; Chaussee; Straße; Strecke; Teilstrecke; Weg
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ertussenuit hinaus; weg
ervandoor weg
foetsie davon; verschwunden; weg
voort fort; futsch; verschwunden; weg
weg davon; hinaus; verschwunden; weg futsch; ksst; vergangen; verloren; verschwunden; von hier
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
er op uit hinaus; weg
ervantussen weg
verdwenen davon; verschwunden; weg
vertrokken weg; weggefahren

Synoniemen voor "weg":


Wiktionary: weg


Cross Translation:
FromToVia
weg weg off — in a direction away from the speaker or object

Verwante vertalingen van weg