Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. voreilig:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor voreilig (Duits) in het Nederlands

voreilig:

voreilig bijvoeglijk naamwoord

  1. voreilig (vorschnell)
    voorbarig; onbezonnen
  2. voreilig (verfrüht; frühzeitig; vorschnell; nicht im richtigen Moment; ungelegen)
    voortijdig; prematuur; te vroeg; ontijdig

Vertaal Matrix voor voreilig:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
onbezonnen voreilig; vorschnell albern; dumm; einfältig; töricht; unbedachtsam; unbesonnen; unüberlegt
ontijdig frühzeitig; nicht im richtigen Moment; ungelegen; verfrüht; voreilig; vorschnell nicht im richtigen Moment; ungelegen
prematuur frühzeitig; nicht im richtigen Moment; ungelegen; verfrüht; voreilig; vorschnell
voorbarig voreilig; vorschnell gedankenlos; leichtfertig; unbedachtsam; unbesonnen; unvorsichtig; unüberlegt; überhastet
voortijdig frühzeitig; nicht im richtigen Moment; ungelegen; verfrüht; voreilig; vorschnell
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
te vroeg frühzeitig; nicht im richtigen Moment; ungelegen; verfrüht; voreilig; vorschnell

Synoniemen voor "voreilig":


Wiktionary: voreilig


Cross Translation:
FromToVia
voreilig onbezonnen rash — hasty

Computer vertaling door derden: