Duits
Uitgebreide vertaling voor verspotten (Duits) in het Nederlands
verspotten:
-
verspotten (auslachen)
-
verspotten (lächerlich machen; spotten; verhöhnen; auslachen)
belachelijk maken; bespotten; de spot drijven; ironiseren-
belachelijk maken werkwoord (maak belachelijk, maakt belachelijk, maakte belachelijk, maakten belachelijk, belachelijk gemaakt)
-
de spot drijven werkwoord (drijf de spot, drijft de spot, dreef de spot, dreven de spot, de spot gedreven)
-
-
verspotten (verächtlich oder hönisch reden von; verhöhnen; spotten)
-
verspotten (spotten über; verhöhnen; höhnen)
bespotten; spotten; de draak steken-
de draak steken werkwoord (steek de draak, steekt de draak, stak de draak, staken de draak, de draak gestoken)
Vertaal Matrix voor verspotten:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bespotten | Verhöhnen; Verspotten | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
belachelijk maken | auslachen; lächerlich machen; spotten; verhöhnen; verspotten | |
bespotten | auslachen; höhnen; lächerlich machen; spotten; spotten über; verhöhnen; verspotten | beschimpfen |
de draak steken | höhnen; spotten über; verhöhnen; verspotten | |
de spot drijven | auslachen; lächerlich machen; spotten; verhöhnen; verspotten | |
ironiseren | auslachen; lächerlich machen; spotten; verhöhnen; verspotten | |
smaden | spotten; verhöhnen; verspotten; verächtlich oder hönisch reden von | beleidigen; düpieren; kränken; lästern; schmähen; verletzen |
smalen | spotten; verhöhnen; verspotten; verächtlich oder hönisch reden von | |
spotten | höhnen; spotten über; verhöhnen; verspotten | |
uitlachen | auslachen; verspotten |
Synoniemen voor "verspotten":
Wiktionary: verspotten
verspotten
Cross Translation:
verb
-
de spot drijven met
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• verspotten | → bespotten | ↔ flout — to scorn |
• verspotten | → plagen; [[belachelijk maken]] | ↔ skit — poke fun |
• verspotten | → hekelen | ↔ taunt — to make fun of (someone); to goad into responding |
• verspotten | → honen; spotten; bespotten; uitjouwen | ↔ bafouer — traiter quelqu’un ou quelque chose avec une moquerie outrageante ou dédaigneux. |
• verspotten | → snorren; zoeken; opzoeken; uitkijken; uitzien | ↔ railler — plaisanter quelqu’un ou quelque chose, lui parler ou en parler avec moquerie. |