Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
- verschimmeln:
-
Wiktionary:
- verschimmeln → beschimmelen
- verschimmeln → schimmelen, beschimmelen, verschimmelen
Duits
Uitgebreide vertaling voor verschimmeln (Duits) in het Nederlands
verschimmeln:
verschimmeln werkwoord (verschimmele, verschimmelst, verschimmelt, verschimmelte, verschimmeltet, verschimmelt)
-
verschimmeln
-
verschimmeln
Conjugations for verschimmeln:
Präsens
- verschimmele
- verschimmelst
- verschimmelt
- verschimmelen
- verschimmelt
- verschimmelen
Imperfekt
- verschimmelte
- verschimmeltest
- verschimmelte
- verschimmelten
- verschimmeltet
- verschimmelten
Perfekt
- bin verschimmelt
- bist verschimmelt
- ist verschimmelt
- sind verschimmelt
- seid verschimmelt
- sind verschimmelt
1. Konjunktiv [1]
- verschimmele
- verschimmelest
- verschimmele
- verschimmelen
- verschimmelet
- verschimmelen
2. Konjunktiv
- verschimmelete
- verschimmeletest
- verschimmelete
- verschimmeleten
- verschimmeletet
- verschimmeleten
Futur 1
- werde verschimmeln
- wirst verschimmeln
- wird verschimmeln
- werden verschimmeln
- werdet verschimmeln
- werden verschimmeln
1. Konjunktiv [2]
- würde verschimmeln
- würdest verschimmeln
- würde verschimmeln
- würden verschimmeln
- würdet verschimmeln
- würden verschimmeln
Diverses
- verschimmel!
- verschimmelt!
- verschimmelen Sie!
- verschimmelt
- verschimmelnd
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Vertaal Matrix voor verschimmeln:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
beschimmelen | verschimmeln | |
schimmelen | verschimmeln | |
verschimmelen | verschimmeln |
Wiktionary: verschimmeln
verschimmeln
Cross Translation:
verb
-
aangevreten worden door schimmels
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• verschimmeln | → schimmelen; beschimmelen; verschimmelen | ↔ moisir — se couvrir de moisissure. |
Computer vertaling door derden: