Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
- verschieben:
-
Wiktionary:
- verschieben → verschuiven, uitstellen
- verschieben → uitstellen, verschuiven, achterstellen, verplaatsen
Duits
Uitgebreide vertaling voor verschieben (Duits) in het Nederlands
verschieben:
-
verschieben (hinausschieben; vertagen; verlegen; aufschieben)
-
verschieben (verlegen; verstellen; verrücken; verschleppen)
-
verschieben (rücken; versetzen; umstellen; verlegen; verstellen; zusammenrücken; sichversetzen; setzen; verrücken; einrücken; aufrücken; zur Seite rücken)
-
verschieben (verrücken; aufschieben)
verschuiven; voor zich uitschuiven; schuivend verplaatsen-
voor zich uitschuiven werkwoord
-
schuivend verplaatsen werkwoord
-
verschieben (den Standort verändern; versetzen; umstellen; verrücken; übertragen; überführen; verstellen)
-
verschieben (etwas umstellen; verrücken; verstellen; zur Seite rücken)
-
verschieben
Conjugations for verschieben:
Präsens
- verschiebe
- verschiebst
- verschiebt
- verschieben
- verschiebt
- verschieben
Imperfekt
- verschob
- verschobst
- verschob
- verschoben
- verschobt
- verschoben
Perfekt
- habe verschoben
- hast verschoben
- hat verschoben
- haben verschoben
- habt verschoben
- haben verschoben
1. Konjunktiv [1]
- verschiebe
- verschiebest
- verschiebe
- verschieben
- verschiebet
- verschieben
2. Konjunktiv
- verschöbe
- verschöbest
- verschöbe
- verschöben
- verschöbet
- verschöben
Futur 1
- werde verschieben
- wirst verschieben
- wird verschieben
- werden verschieben
- werdet verschieben
- werden verschieben
1. Konjunktiv [2]
- würde verschieben
- würdest verschieben
- würde verschieben
- würden verschieben
- würdet verschieben
- würden verschieben
Diverses
- verschieb!
- verschiebt!
- verschieben Sie!
- verschoben
- verschiebend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Vertaal Matrix voor verschieben:
Synoniemen voor "verschieben":
Wiktionary: verschieben
verschieben
Cross Translation:
verb
verschieben
-
etwas von einem an einen anderen Ort bewegen
- verschieben → verschuiven
verb
-
naar een later tijdstip verschuiven
-
het proces van in contact met de grond zich voortbewegen
-
iets in contact met de grond doen voortbewegen
-
naar een andere datum of tijdstip verplaatsen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• verschieben | → uitstellen; verschuiven; achterstellen | ↔ postpone — to delay or put off an event |
• verschieben | → verplaatsen | ↔ déplacer — Prendre quelque chose et le placer ailleurs. |