Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. versöhnlich:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor versöhnlich (Duits) in het Nederlands

versöhnlich:

versöhnlich bijvoeglijk naamwoord

  1. versöhnlich
    vergevingsgezind; genadig; verzoenend; clement

Vertaal Matrix voor versöhnlich:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
clement versöhnlich duldsam; edel; gnädig; gutherzig; jovial; mild; milde; nicht nachtragend; samtartig; sanft; sanftmütig; tolerant; weich
genadig versöhnlich
vergevingsgezind versöhnlich
verzoenend versöhnlich

Synoniemen voor "versöhnlich":


Wiktionary: versöhnlich

versöhnlich
adjective
  1. klaar om anderen te vergeven

Computer vertaling door derden: