Duits

Uitgebreide vertaling voor vermissen (Duits) in het Nederlands

vermissen:

vermissen werkwoord (vermisse, vermisst, vermisste, vermisstet, vermißt)

  1. vermissen
    missen; vermissen
  2. vermissen (verloren gehen; verlieren; abhanden kommen; unterliegen)
    verliezen; kwijtraken; wegraken; erbij inschieten; verloren gaan
    • verliezen werkwoord (verlies, verliest, verloor, verloren, verloren)
    • kwijtraken werkwoord (raak kwijt, raakt kwijt, raakte kwijt, raakten kwijt, kwijt geraakt)
    • wegraken werkwoord (raak weg, raakt weg, raakte weg, raakten weg, weggeraakt)
    • erbij inschieten werkwoord
    • verloren gaan werkwoord (ga verloren, gaat verloren, ging verloren, gingen verloren, verloren gegaan)
  3. vermissen (entbehren)
    ontberen
    • ontberen werkwoord (ontbeer, ontbeert, ontbeerde, ontbeerden, ontbeerd)

Conjugations for vermissen:

Präsens
  1. vermisse
  2. vermisst
  3. vermisst
  4. vermissen
  5. vermisst
  6. vermissen
Imperfekt
  1. vermisste
  2. vermisstest
  3. vermisste
  4. vermissten
  5. vermisstet
  6. vermissten
Perfekt
  1. habe vermißt
  2. hast vermißt
  3. hat vermißt
  4. haben vermißt
  5. habt vermißt
  6. haben vermißt
1. Konjunktiv [1]
  1. vermisse
  2. vermissest
  3. vermisse
  4. vermissen
  5. vermisset
  6. vermissen
2. Konjunktiv
  1. vermissete
  2. vermissetest
  3. vermissete
  4. vermisseten
  5. vermissetet
  6. vermisseten
Futur 1
  1. werde vermissen
  2. wirst vermissen
  3. wird vermissen
  4. werden vermissen
  5. werdet vermissen
  6. werden vermissen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde vermissen
  2. würdest vermissen
  3. würde vermissen
  4. würden vermissen
  5. würdet vermissen
  6. würden vermissen
Diverses
  1. vermiss!
  2. vermisst!
  3. vermissen Sie!
  4. vermißt
  5. vermissend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor vermissen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
verliezen Verlieren
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
erbij inschieten abhanden kommen; unterliegen; verlieren; verloren gehen; vermissen
kwijtraken abhanden kommen; unterliegen; verlieren; verloren gehen; vermissen
missen vermissen einschießen; verfehlen; verpassen
ontberen entbehren; vermissen
verliezen abhanden kommen; unterliegen; verlieren; verloren gehen; vermissen abhandenkommen; verlieren; verloren gehen
verloren gaan abhanden kommen; unterliegen; verlieren; verloren gehen; vermissen abhanden kommen; verloren gehen
vermissen vermissen
wegraken abhanden kommen; unterliegen; verlieren; verloren gehen; vermissen ohnmächtig werden

Synoniemen voor "vermissen":


Wiktionary: vermissen


Cross Translation:
FromToVia
vermissen missen miss — to feel the absence of someone or something
vermissen smachten; zuchten; verlangen yearn — to have a strong desire; to long
vermissen missen; mankeren; absent zijn; afwezig zijn; schelen; misgrijpen; mislopen manquer — (vieilli) faillir, tomber en faute.