Duits
Uitgebreide vertaling voor verbindlich (Duits) in het Nederlands
verbindlich:
-
verbindlich (unfrei; gezwungen; verpflichtet; obligatorisch)
-
verbindlich (verpflichtet; erforderlich; obligatorisch; vorschriftsmäßig; ordnungsgemäß; gezwungen; reglementarisch)
verplicht; obligaat; obligatoir; vereist-
verplicht bijvoeglijk naamwoord
-
obligaat bijvoeglijk naamwoord
-
obligatoir bijvoeglijk naamwoord
-
vereist bijvoeglijk naamwoord
-
-
verbindlich (vorschriftsmäßig; verpflichtet; reglementarisch; obligatorisch; ordnungsgemäß)
reglementair-
reglementair bijvoeglijk naamwoord
-
-
verbindlich (verpflichtet sein an; schuldig)
verplicht zijn aan-
verplicht zijn aan bijvoeglijk naamwoord
-
-
verbindlich (verpflichtend)
verplichtend-
verplichtend bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor verbindlich:
Synoniemen voor "verbindlich":
Wiktionary: verbindlich
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• verbindlich | → dwingend; bindend | ↔ contraignant — Qui contraindre à faire quelque chose. |